Een gedoogplicht als bedoeld in artikel 5.24 Waterwet mag alleen worden opgelegd wanneer de belangen van rechthebbenden niet onteigening vorderen.

Een gedoogplicht als bedoeld in artikel 5.24 Waterwet mag alleen worden opgelegd wanneer de belangen van rechthebbenden niet onteigening vorderen. Dat is het geval indien de benodigde oppervlakte gering is in verhouding tot ‘het totale grondoppervlak van de rechthebbende’, zo bevestigt de Afdeling in de uitspraak van 10 juni 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1371). Opvallend is dat bij de toetsing van gedoogplichten op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht de standaardoverweging is dat het gaat om de verhouding tot ‘het totale aaneengesloten grondoppervlak’.

 

Lees meer op ons Onteigeningsblog