Is nog wel sprake van inbreuk op het eigendomsrecht van de grondeigenaar, als een windturbine op meer dan 60 meter hoogte overdraait? En heeft die dan een gerechtvaardigd belang om zich daartegen te verzetten?

In een spoed kort geding heeft het Hof Amsterdam in hoger beroep over deze en andere vragen geoordeeld bij arrest van 11 augustus 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:2252).

Wat was er aan de hand?

Vattenfall realiseert het Windpark Wieringermeer. In 2015 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een windturbine, waarvan de mast is geprojecteerd op perceel A, maar waarvan de rotorbladen tevens boven perceel B zullen overdraaien. Vattenfall heeft de eigenaar van perceel B de standaard RVOB-vergoeding aangeboden voor een erfdienstbaarheid, maar daarmee is de grondeigenaar niet akkoord gegaan. De grondeigenaar heeft beroep ingesteld tegen de omgevingsvergunning en aangegeven dat hij geen toestemming geeft voor de overdraai.

 

Lees meer op onteigeningsblog.nl