Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten, waarbij met behulp van de QALY-methode de hoogte van het smartengeld zou moeten worden bepaald, afgewezen.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch  20 augustus 2020,  ECLI:NL:GHSHE:2020:2623.

 

De QALY methode is een methode die met name door prof. Visscher is ontwikkeld om de hoogte van het smartengeld te bepalen. De invloed van de medische conditie op de kwaliteit van leven voor en na een ongeval wordt uitgedrukt in een geldbedrag.

 

Al eerder heeft het Gerechtshof Amsterdam een oordeel gegeven over de QALY-methode ter bepaling van de hoogte van het smartengeld (ECLI:NL:GHAMS:2013:2216). Op 2 juli 2013 oordeelde dit Gerechtshof dat de QALY-methode niet is ontwikkeld voor en afgestemd was op de grootte van immateriële schade die is geleden ten gevolge van een onrechtmatige daad.

Twee nieuwe pogingen bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant

In 2019 zijn door één advocaat twee verzoekschriften ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Eén verzoekschrift is ingediend bij de locatie Breda. In die zaak oordeelde de rechtbank in een beschikking van 29 april 2019 (niet gepubliceerd) dat naar haar mening het nut van de QALY-methode voor de vaststelling van de hoogte van het smartengeld niet op voorhand uit te sluiten is en heeft de rechtbank het verzoek toegewezen om prof. Visscher tot deskundige te benoemen. Zijn rapport leidde tot een disproportioneel hoog bedrag aan smartengeld.

 

Vervolgens is door dezelfde advocaat in een andere zaak een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht ingediend om smartengeld volgens de QALY-methode te berekenen bij de locatie Middelburg van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Die rechtbank oordeelde op 8 oktober 2019 dat het verzoek niet ter zake dienend was en geen feiten betrof die met het onderzoek bewezen konden worden. Het verzoek werd derhalve afgewezen (ECLI:NL:RBZWB:2019:4387).

Oordeel van het Gerechtshof

Van deze beschikking is hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch en dat heeft geleid tot de uitspraak van het Gerechtshof op 20 augustus 2020 (ECLI:NL:GHSHE:2020:2623).

 

Het Gerechtshof was met de rechtbank van mening dat het verzoek niet ter zake dienend is. Volgens vaste rechtspraak moet de rechter de vergoeding voor immateriële schadevergoeding naar billijkheid vaststellen en daarbij rekening houden met alle omstandigheden van het geval.

 

Het Hof oordeelde dat toepassing van de QALY-methode geen steun vindt in het recht. Bovendien moet de rechter bij het begroten van immateriële schadevergoeding rekening houden met de hoogte van de bedragen die door de Nederlandse rechter in vergelijkbare gevallen eerder zijn toegekend.

 

Het Hof merkt daarbij ten overvloede nog op dat het verzoek kennelijk is gedaan met als onderliggende gedachte dat de QALY-methode (mogelijk) zal leiden tot hogere smartengeldbedragen dan de in de rechtspraak tot vergoeding gehanteerde methode van gevalsvergelijking. Het Hof oordeelt dat verzoeker de bevoegdheid tot het verzoeken van een voorlopig deskundigenbericht daarmee gebruikt voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend.

 

Het verzoek prof. Visscher te benoemen wordt derhalve afgewezen.

Conclusie

Hoewel er zelfs al een cursus “Smartengeld en QALY’s” was gelanceerd, lijkt met deze uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch het doek over de QALY-methode wel gevallen. Dat is niet meer dan terecht, omdat deze methode in het geheel niet aansluit bij het geldende recht. Bovendien lijkt er maar één persoon in Nederland te zijn die deskundig is wat betreft de QALY methode en dat is prof. Visscher, zodat hetgeen hij rapporteert nauwelijks controleerbaar is.