De AP heeft op 7 december 2021 bekend gemaakt dat zij drie boetes van in totaal 2,75 miljoen euro heeft opgelegd aan de Minister van Financiën (als verwerkingsverantwoordelijke voor verwerkingen door Belastingdienst/Toeslagen) vanwege het verwerken van de (dubbele) nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag.

De AP stelt vast dat deze verwerkingen onrechtmatig, discriminerend en onbehoorlijk waren. Vanwege deze zware overtreding krijgt de Belastingdienst de hoogste boete die de AP tot op heden heeft opgelegd.

De overtreding

Kort gezegd heeft de AP geconstateerd dat de Belastingdienst bij drie (soorten) verwerkingen in strijd handelt met de AVG. De Belastingdienst heeft de (dubbele) nationaliteit van aanvragers:

  1. sinds 2014 bewaard in het Toeslagen Verstrekkingen Systeem, terwijl de Belastingdienst deze gegevens niet nodig heeft voor de uitvoering zijn taak;
  2. tussen 2016 en 2018 gebruikt als een indicator in een systeem dat automatisch risicovolle aanvragen selecteert voor controle, terwijl dit niet noodzakelijk was, omdat een minder vergaande vorm van verwerking mogelijk was;
  3. tussen 2013 en 2019 gebruikt voor de opsporing van georganiseerde fraude, terwijl dit niet noodzakelijk was.

 

De AP stelt vast dat de tweede en derde verwerking tevens discriminerend en daarmee onbehoorlijk zijn, omdat bij de verwerkingen onderscheid gemaakt wordt op grond van nationaliteit, zonder dat daar een objectieve rechtvaardiging voor bestaat. Ten aanzien van alle drie de verwerkingen legt de AP een bestuurlijke boete op.

Hoogte van de boete

Op grond van de Boetebeleidsregels Autoriteit Persoonsgegevens 2019 vallen de drie onrechtmatige verwerkingen in (de op één na zwaarste) boetecategorie III. Voor overtredingen in boetecategorie III geldt, op grond van de boetebeleidsregels, een boetebandbreedte van minimaal € 300.000 en maximaal € 750.000. De basisboete in deze categorie bedraagt € 525.000. De AP ziet aanleiding om de boete in dit geval te verhogen tot het maximum van € 750.000.

 

Omdat bij de tweede en derde verwerking sprake is van onbehoorlijke en discriminerende verwerkingen en vele burgers hierdoor benadeeld zijn, is de AP van oordeel dat het boetemaximum van € 750.000 geen passende bestraffing is voor deze twee overtredingen. Vooral het feit dat de discriminerende verwerkingen zijn uitgevoerd door een overheidsinstantie weegt daarbij zwaar. De AP besluit daarom voor de tweede en derde verwerking de hoogste boetecategorie (IV) toe te passen en de boete te verhogen tot het maximum van de bandbreedte € 1.000.000.

 

De AP verhoging van de boetecategorie en de verhoging van de boete tot het maximum van de bandbreedte is volgens de AP te rechtvaardigen. Het gaat om stelselmatige, omvangrijke overtredingen die grote gevolgen hebben gehad voor de betrokkenen die door de verwerkingen zijn benadeeld. Daarbij betrekt de AP dat de aanvragers van toeslagen zich ten opzichte van de overheid in een sterk afhankelijke en ongelijke positie bevinden. In een dergelijke afhankelijke en ongelijke positie is het extra belangrijk dat de overheid uiterst zorgvuldig te werk gaat en alle relevante wet- en regelgeving, waaronder de AVG, in acht neemt.

Vervolg?

De Minister van Financiën kan nog in bezwaar tegen het besluit van de AP. Gelet op het feit dat de minister in zijn zienswijze het voorgenomen boetebesluit de overtredingen heeft erkend, achten wij het niet waarschijnlijk dat de minister van deze mogelijkheid gebruik gaat maken.

De onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens door de Belastingdienst (die bij hebben gedragen aan de toeslagenaffaire) laten zien dat bescherming van persoonsgegevens van groot belang is. Zeker bij verwerkingen door de overheid moeten burgers erop kunnen vertrouwen dat overheidsinstanties zorgvuldig omgaan met hun persoonsgegevens. Het boetebesluit maakt duidelijk dat overheidsinstanties mogelijk een hogere boete riskeren in gevallen waarin de burger van de overheid afhankelijk is.