Deze uitspraak van de ABRvS van 17 maart j.l. (ECLI:NL:RVS:2020:754) is een voorbeeld van een situatie waarin wordt aangenomen dat de burgemeester niet zonder meer bevoegd is een woning te sluiten ook als daarin maar liefst 40 hennepplanten worden aangetroffen.

De casus

Op 15 februari 2019 heeft de politie eenheid Zeeland-West-Brabant in twee ruimtes op de zolder van de woning van verzoeker een hennepkwekerij aangetroffen, bestaande uit in totaal 40 hennepplanten. Bij besluit van 11 juni 2019 heeft de burgemeester van Terneuzen aan verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd op grond van artikel 13b van de Opiumwet strekkende tot sluiting van zijn woning voor de duur van drie maanden, met ingang van 25 juli 2019.

Juridisch kader

Op grond van vaste rechtspraak van de Afdeling is artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet naar zijn tekst niet van toepassing bij de enkele aanwezigheid van drugs in een pand. Gezien de woorden “daartoe aanwezig” moeten de drugs immers met een bepaalde bestemming aanwezig zijn, dat wil zeggen voor verkoop, aflevering of verstrekking. Als uitgangspunt wordt in deze rechtspraak aanvaard dat bij aanwezigheid van meer dan 5 g (of 5 planten) softdrugs (het door het openbaar ministerie gehanteerde criterium voor eigen gebruik) de aangetroffen hoeveelheid softdrugs in beginsel (mede) bestemd wordt geacht voor de verkoop, aflevering of verstrekking. Het is dan vervolgens aan de rechthebbende op de woning om aannemelijk te maken dat de aangetroffen hoeveelheid softdrugs niet voor verkoop, verstrekking of aflevering aanwezig was.

 

Uit de rechtspraak van de Afdeling kan worden afgeleid dat dit betekent dat, indien het om een geringe overschrijding van de 5 g-grens gaat en de rechthebbende feiten en omstandigheden kan noemen waaruit volgt dat het om een hoeveelheid voor eigen gebruik zou kunnen gaan, er dan in beginsel toch geen bevoegdheid tot sluiting is. In dat geval zal de burgemeester moeten motiveren waarom desondanks de conclusie gerechtvaardigd is dat de aangetroffen hoeveelheid softdrugs bestemd is voor de verkoop, aflevering of verstrekking, zodat hij niettemin bevoegd is om ter zake van het pand een last onder bestuursdwang op te leggen.

Omstandigheden

Verzoeker noemde in deze zaak de volgende omstandigheden:

  1. sinds hij in 1998 betrokken is geweest bij een verkeersongeval, lijdt hij aan ernstige chronische zenuwpijn en heeft hij slaapklachten;
  2. hij gebruikt hennepolie om zijn pijn- en slaapklachten te verlichten;
  3. hij heeft een verklaring van zijn huisarts van 21 februari 2019 overgelegd waarin staat dat klassieke pijnstilling voor verzoeker onvoldoende is en ook dat de momenteel beschikbare medicinale cannabis niet voldoende werkt;
  4. in een verklaring van de huisarts van 19 april 2019 staat voorts dat de zelf gekweekte/gemaakte CBD/THC-olie voor verzoeker tot nog toe het meest effectieve pijnstillende middel met de minste bijwerkingen blijkt te zijn;
  5. verzoeker heeft toegelicht dat medicinale hennepolie die regulier verkrijgbaar is, bijwerkingen geeft vanwege een voor hem ongunstige verhouding van het THC- en CBD-gehalte. Hij veredelt daarom hennepplanten om daarvan hennepolie te maken met de voor hem optimale verhouding van THC en CBD. De 40 hennepplanten dienden voor eigen gebruik;
  6. verzoeker staat met een onderzoeksbureau voor cannabis in Leiden in verbinding teneinde een wetenschappelijke onderbouwing te kunnen aanleveren voor het voor de veredeling benodigde aantal planten.

Oordeel Afdeling

De voorzieningenrechter onderschrijft het standpunt van de burgemeester dat de overschrijding van de 5 planten-grens niet gering is, maar acht gelet op de eenduidige verklaringen van verzoeker over het veredelingsproces niet onaannemelijk dat hij de planten feitelijk toch voor eigen gebruik kweekte. Daarbij is van belang dat van dealen vanuit de woning of van andere indicaties die wijzen op drugshandel niet is gebleken. De in dit geding voorliggende vraag of er onder deze omstandigheden een bevoegdheid bestond voor de burgemeester om tot sluiting van de woning te beslissen, vergt volgens de voorzieningenrechter nader onderzoek en leent zich daarom niet voor beoordeling in deze procedure. Het oordeel daarover wordt aan de Afdeling overgelaten. Op grond van een belangenafweging wordt het sluitingsbevel hangende hoger beroep geschorst.

Tip voor de praktijk

Zelfs indien de 5-plantengrens met een factor acht wordt overschreden, hoeft het niet meteen duidelijk te zijn dat er geen sprake is van kweek voor eigen gebruik. Voordat de burgemeester zijn sluitingsbevoegdheid kan aanwenden, moet de burgemeester ook in die situatie dus steeds beoordelen of door de vermeende overtreder bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd die maken dat nader onderzoek en/of nadere motivering nodig is.