In het in maart 2021 verschenen IBO rapport staat dat de kwaliteit van veel schoolgebouwen en dus de onderwijshuisvesting niet op orde is. Enerzijds loopt men aan tegen een verouderde gebouwenvoorraad en tegelijkertijd is het aantal vierkante meter nieuwbouw en renovatie de afgelopen jaren afgenomen. Anderzijds voldoet een deel van de schoolgebouwen niet aan de wettelijke eisen (t.a.v. bijv. ventilatie), terwijl een gezond binnenklimaat van groot belang is voor leerprestaties.

Oplossing voor onderwijshuisvesting

Als oplossing voor al deze uitdagingen bij onderwijshuisvesting kiest men vaak voor sloop en vervangende nieuwbouw. In het primair onderwijs vindt de nieuwbouw niet zelden plaats in samenwerking en combinatie met vooral kinderopvangorganisaties. Dergelijke multifunctionele gebouwen gericht op onderwijs en ontwikkeling van kinderen tot en met 12 jaar worden integrale kindcentra (IKC) genoemd.

 

De onderwijswetgeving kent gemeenten een zorgplicht toe voor de huisvesting van de op haar grondgebied gelegen scholen. Deze huisvestingstaak beperkt zich tot de in de wet genoemde voorzieningen voor scholen. Deze hebben betrekking op de investeringskosten in de schoolgebouwen. Volgens de wet is de gemeente verplicht een verordening vast te stellen, waarin criteria en procedures voor de toekenning van bekostiging van huisvestingsvoorzieningen nader zijn uitgewerkt.

 

Als het gebouw eenmaal is gerealiseerd, dient het betreffende schoolbestuur zelf zorg te dragen voor de instandhouding (onderhoud, inrichting en exploitatie). Daarvoor ontvangt het schoolbestuur van het Rijk de materiële instandhoudingsvergoeding.

Bouwheerschap en bouwbudget bij onderwijshuisvesting

De wet stelt in het PO, VO of (V)SO bij nieuwbouw als uitgangspunt dat het bouwheerschap berust bij een schoolbestuur (tenzij het met de gemeente overeenkomt dat dat bij de gemeente berust). Bij toekenning van bekostiging van nieuwbouw ontvangt het schoolbestuur een bouwbudget. Het bouwheerschap van het schoolbestuur ontslaat de gemeente overigens niet van haar verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting. Als juridisch eigenaar van het schoolgebouw is het wel het schoolbestuur dat de opdracht verstrekt en alle voor de ontwikkeling en realisatie nodige stappen doorloopt. Wanneer de school ophoudt het schoolgebouw te gebruiken, kan de gemeente via haar zogeheten “economisch claimrecht” het schoolgebouw weer terug in eigendom verkrijgen.

 

Het nieuwe schoolgebouw mag niet worden gerealiseerd zonder dat er tussen de gemeente en het schoolbestuur overeenstemming bestaat over het bouwplan, de begroting en de uitvoering. Het belang van deze wellicht voor de hand liggende bepaling moet in de praktijk niet worden onderschat. Langs deze weg kan het schoolbestuur bijvoorbeeld besluitvorming van de gemeente blokkeren als het bezwaar heeft tegen de locatiekeuze of de voorkeur van de gemeente voor bijvoorbeeld een IKC. In geval van een IKC zal het schoolbestuur veelal bereid zijn om zijn aanspraak op het bouwheerschap aan de gemeente af te staan (en ook de juridische eigendom te laten bij de gemeente). Het schoolbestuur zou anders ook met de taak (en bijbehorende risico’s) belast worden om bijvoorbeeld huisvesting voor een kinderopvang te realiseren. Dit terwijl het schoolbestuur als gezegd alleen investeringskosten van de gemeente vergoed krijgt voor zover het gaat om huisvesting van een school.

Juridische vormgeving van een IKC

Meestal is bij nieuwbouw van een IKC de gemeente de bouwheer. In dat geval dienen commerciële derden, zoals kinderopvangorganisaties, hun huisvesting c.q. hun ‘inwonen’ zelf te bekostigen. Omdat de bouw van een IKC om praktische redenen in één hand zal worden uitgevoerd, resulteert dit erin dat de kinderopvangorganisatie het door haar te gebruiken gedeelte van het IKC van de gemeente zal moeten kopen of huren. De vraag is dan hoe deze transacties moeten worden geplaatst in de juridische vormgeving van het IKC.

 

De bedoeling van de wetgever is geweest om het schoolbestuur een solide juridische positie te geven ten aanzien van het gebouw waarin het onder zijn verantwoordelijkheid onderwijs moet geven. Die juridische positie kan op verschillende wijzen worden gecreëerd. De wet zelf noemt: het eigendomsrecht van het schoolbestuur en de ingebruikgeving aan het schoolbestuur door de gemeente. Maar de wet staat er niet aan in de weg om het schoolbestuur én de andere gebruikers van een IKC elk voor het aan hen toe te wijzen gebouwdeel een appartementsrecht te verlenen en gezamenlijk een vereniging van eigenaren (VvE) te vormen. De gemeente is dan bouwheer en heeft aanvankelijk de eigendom, maar het eigendomsrecht wordt bij oplevering gesplitst. Andere oplossingen worden in de praktijk ook gezien. Een veelvoorkomende oplossing is dat de gemeente volledig eigenaar is en blijft van het IKC en de onderwijsgedeelten in gebruik geeft aan het schoolbestuur, terwijl de gemeente de gedeelten voor bijv. kinderopvang verhuurt aan de kinderopvangorganisatie.

 

Afhankelijk van de gekozen opzet van eigendomsverhoudingen voor een IKC, wordt het beheer en onderhoud van het IKC vormgegeven. Bij splitsing van het gebouw in appartementsrechten loopt het beheer en onderhoud via de VvE. Als de gemeente volledig eigenaar van het gebouw blijft, kan met de gebruikers worden afgesproken om het beheer en onderhoud onder te brengen bij een stichting, in het bestuur waarvan de gemeente, het schoolbestuur en de andere gebruikers zitting nemen. Andere oplossingen zijn: beheer en onderhoud op basis van zuiver contractuele samenwerking tussen de gemeente en de gebruikers van het IKC of het instellen van een bestuurscommissie op basis van artikel 83 Gemeentewet.

 

Onderwijshuisvesting en vooral onderwijs met aanverwante functies onder één dak is een vak apart. Bij integrale kindcentra is het voor schoolbestuur, gemeente en andere betrokkenen zaak om tijdig met elkaar duidelijke afspraken te maken en vast te leggen over de verdeling van taken, rechten en verantwoordelijkheden.

Vragen

Vragen over het bovenstaande of andere met onderwijshuisvesting gerelateerde onderwerpen? Neem gerust contact op met Wouter Boonstra, E: wouter.boonstra@nysingh.nl | +31 6 120 722 64 of Özlem Demirkol, E: ozlem.demirkol@nysingh.nl | +31 6 226 496 10.