De gemeente Amsterdam heeft het stickerbeleid gewijzigd.

Een sticker op je brievenbus om de bezorging van ongeadresseerde reclamefolders te voorkomen is in Amsterdam niet langer vereist.
De Gemeente heeft het stickerbeleid in september 2017 door middel van een wijziging van de afvalstoffenverordening omgedraaid.

 

Met deze wijziging beoogt de gemeente de hoeveelheid afval terug te dringen. Uit artikel 17 lid 2 van deze verordening volgt dat ongeadresseerd reclamedrukwerk uitsluitend bezorgd mag worden wanneer de bewoner kenbaar heeft gemaakt prijs te stellen op deze bezorging. Er wordt omgeschakeld van opt-out-systeem naar een opt-in-systeem.

 

Hierbij is van belang dat het niet alleen gaat om het bezorgen, maar ook om het laten bezorgen van ongeadresseerd drukwerk. Ook adverteerders dienen zich dus aan het nieuwe systeem te houden. Drukwerk bezorgen op een adres waar geen sticker op de brievenbus zit, is als gevolg van de wijziging van de verordening strafbaar. Zowel de bezorger als de adverteerder kunnen op den duur geconfronteerd worden met een (bestuurlijke) boete voor ‘fout bezorgen’.

 

Het Hof Amsterdam oordeelde recentelijk (24 september 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3423) dat de wijziging van de verordening geen onrechtmatig overheidshandelen jegens de bezorger van ongeadresseerd reclamedrukwerk oplevert. De bezorger deed onder andere een beroep op de Richtlijn oneerlijke handelsbesluiten. Het besluit dat strekt tot wijziging van de verordening kende echter geen economisch belang. Een beroep op deze Richtlijn was daarmee uitgesloten. Ook oordeelde het Hof dat de mogelijkheid om over een opt-out-adressenbestand te beschikken niet gekwalificeerd kan worden als eigendom in de zin van artikel 1 EP.

 

Vooralsnog lijkt het mogelijk om op basis van de afvalstoffenverordening effectief op te treden tegen ongeadresseerd reclamedrukwerk.