In huisregels staat vaak beschreven dat eten van producten door werknemers kan leiden tot ontslag. Ondanks dergelijke verboden gaat dit soms mis.

 

Food-werkgevers is het dikwijls een doorn in het oog: werknemers die van de producten eten. Vaak staat in de huisregels beschreven dat dit niet mag en dat bij overtreding zelfs ontslag op staande voet kan volgen.

 

Dat het ondanks dergelijke verboden en waarschuwingen wel eens misgaat, blijkt uit de rechtspraak. Onlangs oordeelde de kantonrechter in Haarlem over de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet van een werkneemster die wilde proeven of een maaltijd vlees of vis bevatte. Hield het ontslag op staande voet stand? En welke lessen kunnen wij uit deze uitspraak trekken?

De feiten: vlees noch vis…?

In de zaak (ECLI:NL:RBNHO:2018:11779) die voorlag bij de kantonrechter in Haarlem, ging het om een 55-jarige werkneemster van het cateringbedrijf van KLM, KCS (KLM Catering Schiphol Services), die na een dienstverband van 24 jaar op staande voet werd ontslagen. Zij werkte in de functie van Flow coördinator. In haar taakomschrijving stond onder meer dat zij moest zorgen voor de realisatie van de afgesproken productiedoelstellingen en voor de bevestiging van de kwaliteit van de producten.

 

Belangrijk gegeven is dat in de huisregels van KCS een verbod is opgenomen om eigendommen van KCS onrechtmatig toe te eigenen. In een toelichting op dit verbod is opgenomen dat onrechtmatige toe-eigening leidt tot ontslag op staande voet. Een eventuele “lage” waarde van het product dat wordt toegeëigend, doet er volgens de toelichting niet toe. Voorbeelden als een banaan, een paaseitje, een blikje tonic worden genoemd.

 

De werkneemster in kwestie stak in de productieruimte een stukje voedsel uit een rvs bakje in haar mond en at het op. Zij werd daarop aangesproken door haar leidinggevende. De werkneemster verweerde zich. Zij verklaarde dat zij naar aanleiding van een vraag van een collega wilde beoordelen of het product vlees of vis bevatte.

 

KCS nam met deze verklaring geen genoegen. Zij stelde zich op standpunt dat de werkneemster met haar ervaring toch op het oog of anderszins had kunnen zien of het product vlees of vis betrof. Er was volgens KCS voor de werkneemster geen enkele reden om het product in haar mond te stoppen en op te eten.

Het verzoek

De werkneemster stapte naar de kantonrechter en verzocht primair om vernietiging van het ontslag op staande voet, wegens het ontbreken van de daarvoor vereiste dringende reden. Ter onderbouwing van haar verzoek, stelde zij onder meer dat zij niet beter wist dan dat het proeven op basis van de praktijk en haar functie geoorloofd was. Zij onderbouwde haar standpunt met verklaringen van collega’s. Bovendien verwees zij naar het voorbeeld van een collega met een lang dienstverband, die zich tijdens een pauze een beker yoghurt van KCS had toegeëigend, waarbij KCS met een officiële waarschuwing had volstaan.

Oordeel kantonrechter: vernietiging ontslag op staande voet

De kantonrechter vernietigde het ontslag op staande voet. Volgens de kantonrechter bleek nergens uit dat de werkneemster een andere bedoeling had dan het vaststellen van het type product (vis of vlees). Naar het oordeel van de kantonrechter was er geen sprake van het “onrechtmatig toe-eigenen” van een product van KCS. Het mocht volgens de kantonrechter zo zijn dat KCS strikt beleid heeft op dit punt, maar in de praktijk is volgens de kantonrechter gebleken dat het voor werknemers niet volkomen helder is dat KCS ook het proeven van een product aanmerkt als onrechtmatige toe-eigening waarop een ontslag op staande voet volgt. Van een uitdrukkelijke instructie omtrent proeven, was ook niet gebleken. Gelet op alle omstandigheden, was een officiële waarschuwing volgens de kantonrechter dan ook meer op zijn plaats geweest, te meer omdat ook bij de collega die zich een beker yoghurt had toegeëigend met een officiële waarschuwing was volstaan.

 

Het tegenverzoek van KCS om – indien het ontslag op staande voet geen stand zou houden – de arbeidsovereenkomst te ontbinden, wees de kantonrechter ook af. De kantonrechter veroordeelde KCS tot wedertewerkstelling en doorbetaling van het loon van deze werkneemster.

Lessen uit de rechtspraak

Arbeidsrechtelijk valt de hiervoor besproken zaak onder het type zogenoemde “bagateldelicten”. Van een bagateldelict is sprake als een werknemer producten van geringe waarde ontvreemdt. Inmiddels is het vaste rechtspraak dat hieronder ook dient te worden verstaan: het eten van producten om deze te proeven of omdat de houdbaarheidsdatum is verstreken. Ontslag op staande voet bij dit type bagateldelicten is mogelijk, als het beleid daarover geen onduidelijkheid laat bestaan. Dit wordt ook wel een zerotolerancebeleid genoemd. Belangrijk is dat dit beleid niet alleen is vastgelegd, maar dat dit ook kenbaar is voor de werknemers en in de praktijk daadwerkelijk wordt gehandhaafd.

 

Waar het in de hiervoor besproken zaak voor KCS misging, is dat zij wel beleid had, maar dat uit dit beleid niet duidelijk bleek wat KCS onder “onrechtmatige toe-eigening” verstond. Voor de werknemers was in ieder geval niet duidelijk dat hieronder ook het proeven van de producten moest worden begrepen door een werknemer die verantwoordelijk is voor de kwaliteitscontrole en de uitvoering van routinechecks. Dit kwam KCS uiteindelijk duur te staan nu het ontslag op staande voet geen stand hield en zij de werkneemster terug moest nemen.