Hoe om te gaan met vereenzelviging bij planschade?

Deze vraag stond centraal in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 7 oktober 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2382). De Afdeling doet een opvallende uitspraak.

 

Een tankstation in Loenen aan de Vecht zag haar omzet teruglopen als gevolg van de aanleg van een nieuwe ringweg. Als gevolg van die aanleg passeerde veel minder verkeer het station dan voorheen.

 

Eigendom en exploitatie van het tankstation waren ondergebracht in verschillende BV’s. Beide BV’s vroegen om vergoeding van schade die zij ondervonden als gevolg van de vaststelling van het bestemmingsplan dat de aanleg van de ringweg mogelijk had gemaakt.

Waardevermindering en inkomensschade

Vast stond dat de waarde van het tankstation in hoge mate werd bepaald door de met de exploitatie te genereren inkomsten. De inkomstenderving als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan had daarom tot een waardevermindering van het tankstation geleid. Het college had geoordeeld dat de vermogensschade om die reden deels was verdisconteerd in de inkomensschade en had de gekapitaliseerde inkomensderving in mindering gebracht op de vermogensschade. Deze van de onteigeningssystematiek afwijkende wijze van schadeberekening is in geval van planschade/nadeelcompensatie gebruikelijk.

 

Lees meer op ons onteigeningsblog