Het is niet ongebruikelijk dat een stuk grond gemeenschappelijk eigendom is. Een aandeel in een onverdeeld perceel kan in principe zonder medewerking van de mede-eigenaar worden vervreemd.

Soms is het wenselijk dat een gedeelte van een perceel in eigendom wordt overgedragen, bijvoorbeeld omdat de overheid dat nodig heeft voor een ruimtelijke ontwikkeling. Uit het arrest van de Hoge Raad van 22 mei 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1297) volgt dat vervreemding van een aandeel in een perceelsgedeelte niet mogelijk is zonder medewerking van de mede-eigenaar.

 

Sprake was van een uitweg van drie naastgelegen percelen naar de openbare weg. Twee van de drie mede-eigenaren hadden hun onverdeeld 2/3 aandeel in de gemeenschappelijk eigendom van de grond verkocht en geleverd aan partij A, terwijl de derde mede-eigenaar zijn onverdeeld 1/3 aandeel verkocht en geleverd had aan partij B. In deze procedure werd betwist dat A rechtsgeldig eigenaar was geworden van het 2/3 aandeel, omdat de overdracht daarvan aan A zonder toestemming van de derde mede-eigenaar had plaatsgevonden. De Hoge Raad oordeelt uiteindelijk dat de twee mede-eigenaren inderdaad niet bevoegd waren tot vervreemding van hun onverdeeld 2/3 aandeel van het stuk grond, nu die overdracht niet met instemming van alle deelgenoten was geschied. Aangezien geen sprake was van een bijzondere gemeenschap in de zin van art. 3:189 BW (zoals een gemeenschap van nalatenschap, een ontbonden huwelijksgemeenschap of een maatschap) waren uitsluitend de bepalingen van afdeling 3.7.1 BW van toepassing. De vervreemding van een gedeelte van een gemeenschappelijk stuk grond brengt mee dat het gedeelte wordt afgesplitst van het grotere geheel. Daarbij is naar het oordeel van de Hoge Raad noodzakelijk dat het desbetreffende gedeelte wordt aangewezen als afzonderlijke, te individualiseren zaak. Tot een dergelijke aanwijzing zijn uitsluitend de deelgenoten tezamen bevoegd. Dat is niet anders in het geval dat slechts één deelgenoot wenst te beschikken over zijn eigen onverdeeld aandeel in een gedeelte van een gemeenschappelijk stuk grond, nu een zodanige beschikkingshandeling niet mogelijk is zonder dat dit gedeelte door aanwijzing wordt geïndividualiseerd, aldus de Hoge Raad.

 

Overheden of andere partijen die perceelsgedeelten willen verwerven die gemeenschappelijk eigendom zijn, dienen hierop bedacht te zijn. Het is (ook) om deze reden verstandig een aanbod tot verwerving van een gemeenschappelijk perceelsgedeelte te richten aan alle eigenaren gezamenlijk. Indien slechts een deel van de mede-eigenaren bereid is tot overdracht, is dat gelet op dit arrest van de Hoge Raad dus uitsluitend mogelijk indien de overige mede-eigenaren bereid zijn daaraan medewerking te verlenen.