De privacywetgeving in het sociaal domein is volop in beweging.

Eerder schreven wij al over de aanpassing van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die ervoor moet zorgen dat vroegsignalering van financiële problemen mogelijk wordt. Uit de brief van de minister van Binnenlandse Zaken van 27 september 2019 aan de Tweede Kamer blijkt dat ook de overige knelpunten met betrekking tot gegevensuitwisseling in het sociaal domein worden aangepakt.

Integrale aanpak van meervoudige problematiek

Het voornaamste probleem van integraal werken in het sociaal domein zit in het ontbreken van een juridische grondslag voor verwerking van persoonsgegevens. In de huidige wetten (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) is geen expliciete wettelijke taak voor het college opgenomen om meervoudige problematiek binnen verschillende aspecten van het sociaal domein integraal aan te pakken. Verwerking van persoonsgegevens binnen alle domeinen in het sociaal domein is op grond van de diverse wetten enkel mogelijk indien de cliënt daarvoor uitdrukkelijk toestemming geeft. Gelet op de afhankelijke positie van de cliënt wijst de AP erop dat de toestemming van de cliënt onvoldoende is om als verwerkingsgrondslag te kunnen dienen.

 

Integrale aanpak binnen het gehele sociaal domein is op dit moment dan ook erg ingewikkeld. Volgens de minister leidt dit tot handelingsverlegenheid bij organisaties en professionals om informatie te delen – ook als dat gezien de problematiek wel noodzakelijk zou zijn. Daardoor krijgen burgers niet altijd de juiste dienstverlening, wordt ernstige problematiek soms niet of te laat onderkend, of komt noodzakelijke samenwerking en afstemming tussen partijen uit verschillende domeinen niet altijd tot stand. Middels een wetswijziging wil de minister die handelingsverlegenheid doorbreken.

Hoofdlijnen van de wetswijziging

De minister geeft in de brief de uitgangspunten en hoofdlijnen weer van de aankomende wetswijziging. Zo moet de aanpassing van de wet- en regelgeving leiden tot een beter juridisch kader met een duidelijke grondslag voor de gegevensverwerking die nodig is om te komen tot een integrale aanpak en samenwerking tussen partijen uit het sociaal, zorg- en veiligheidsdomein bij meervoudige problematiek. Die integrale aanpak geldt voor:

  1. taken waarvoor het college nu reeds een duidelijke verantwoordelijkheid heeft;
  2. de aanpalende domeinen zoals publieke gezondheid, (preventieve) zorg, geestelijke gezondheidszorg, langdurige zorg, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen; én
  3. het veiligheidsdomein.

Ook moet de uitvoeringspraktijk meer duidelijkheid krijgen over de mogelijkheden en randvoorwaarden voor uitwisseling van persoonsgegevens bij samenwerking in een specifieke casus. De burger moet op zijn beurt meer duidelijkheid krijgen over de verantwoordelijkheid voor deze gegevensverwerkingen en over waarborgen beschikken tegen een onnodige verspreiding of verzameling van zijn of haar persoonsgegevens.

 

De beoogde aanpassingen in wetgeving zullen volgens de minister niet leiden tot een verzwaring van de taken van het college of tot een verzwaring van administratieve lasten. Het is echter wel de vraag of de minister die ambitie waar kan maken. Een ander uitgangspunt van de wetswijziging is dat het college als verwerkingsverantwoordelijke wordt aangewezen voor de gegevensverwerking voor de totstandkoming en coördinatie van de samenwerking tussen meerdere partijen. Het valt lastig in te zien hoe de rol als coördinator én verwerkingsverantwoordelijke niet leidt tot een verzwaring van de taak van het college: het college zal in ieder geval met alle betrokken partijen afspraken moeten maken over de verwerking van persoonsgegevens.

Tot besluit

De aangekondigde wetswijziging biedt hopelijk een oplossing voor de problematiek waarmee gemeenten nu worstelen. Voorlopig zullen gemeenten het echter moeten doen met de huidige regelgeving: de minister geeft in het slot van de brief aan dat het wetsvoorstel niet voor het einde van 2020 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.