Wij informeerden u er al eerder over: op vrijdag 10 februari a.s. staat de Deliveroo zaak op de rol van de Hoge Raad.

Inmiddels heeft een van de cassatieadvocaten laten weten dat de Hoge Raad meer tijd nodig heeft voor zijn oordeel: de uitspraak zal worden aangehouden tot 24 maart.

 

Er hangt veel van de uitspraak af. Mogelijk heeft die uitspraak als consequentie dat uw zzp’ers in loondienst zijn, met alle gevolgen van dien:

  • doorbetaling bij ziekte, vakantiedagen en ontslagbescherming;
  • cao is van toepassing;
  • (achterstallige) loonheffingen aan de Belastingdienst en pensioenpremies aan het Pensioenfonds.

In ons bericht van 7 februari jl. vertelden wij hoe het ook weer zat bij Deliveroo. De vraag is of de bezorgers werken op basis van een arbeidsovereenkomst. Vandaag gaan wij in op de conclusie van de Advocaat-Generaal (het advies aan de Hoge Raad) en de mogelijke consequenties ook voor u als opdrachtgever/werkgever.

Het advies van de A-G

Een van de belangrijkste elementen voor de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst is gezag. Werknemers verrichten hun werkzaamheden immers in dienst van de werkgever. Advocaat-Generaal De Bock vindt dat dit criterium verduidelijking nodig heeft. Zij vindt dat het bij het gezagscriterium niet zozeer gaat om de instructiebevoegdheid van de werkverschaffer ten opzichte van de werker. Veel belangrijker vindt zij dat het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkverschaffer. Als de werkzaamheden een wezenlijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering zal daar snel sprake van zijn.

 

Zij bepleit dus organisatorische inbedding van het werk als nieuwe invulling van het gezagscriterium. Belangrijke gezichtspunten bij de vraag of bepaald werk een wezenlijk onderdeel van de organisatie van de werkverschaffer is, zijn:

  • is sprake van het verrichten van kernactiviteiten;
  • hebben de werkzaamheden een structureel karakter;
  • wat is het organisatorisch kader waarbinnen de werkzaamheden worden verricht.

Platforms zoals Deliveroo verlenen een geïntegreerde dienst. De dienstverrichting van zo’n platform omvat méér dan het via een algoritme bij elkaar brengen van vraag en aanbod naar arbeid: de dienst die wordt afgenomen is het kiezen, bestellen, betalen en laten bezorgen van een maaltijd. De bedrijfsvoering van het platform is gericht op het verlenen van deze dienst. Daarmee is duidelijk dat de maaltijdbezorger onderdeel is van de bedrijfsvoering van het platform, aldus de A-G.

 

Als géén sprake is van inbedding van het werk in de organisatie van de werkverschaffer, heeft de werker in het algemeen zélf een onderneming en is hij dus een zelfstandig ondernemer. Voor de A-G sluiten die kwalificaties elkaar uit: de werker is ingebed in de organisatie van de
werkverschaffer, óf de werker is zelf ondernemer. Meer smaken zijn er niet.

 

De A-G heeft in haar advies een rij indicaties afgegeven om te beantwoorden of een werker zelfstandig ondernemer is.

  • Draagt de werker ondernemersrisico, inclusief de daarbij behorende mogelijkheid om een hogere winst of een hoger rendement te realiseren?
  • Kan de werker zelf de prijs voor zijn arbeid bepalen?
  • Betaalt werkverschaffer op factuurbasis?
  • Heeft de werker meerdere opdrachtgevers?
  • Kan werker zelf klanten werven en een klantenkring opbouwen?
  • Kan werker zich tijdens het werk presenteren met een eigen bedrijf?
  • Is de werker al dan niet voor langere tijd (exclusief) werkzaam in dezelfde onderneming?
  • Verschilt werk van de kern van de bedrijfsvoering van de werkverschaffer?
  • Heeft de werker een onderhandelingspositie ten opzichte van de werkverschaffer, bijvoorbeeld ten aanzien van arbeidsvoorwaarden?
  • Heeft de werker een eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioenvoorziening?

Mogelijke consequenties

U begrijpt dat deze visie van de A-G niet beperkt blijft tot de platforms als Uber en Deliveroo. Het is een handvat voor de beoordeling van werkrelaties bij alle organisaties. Gaat deze visie gelden, en dat bepaalt de Hoge Raad waarschijnlijk vrijdag 24 maart a.s., dan is ook voor u relevant te bekijken of uw zzp’ers werk verrichten dat is ingebed in uw organisatie. Is dat zo, dan zijn ze heel waarschijnlijk bij u in dienst. Wij helpen u in dat geval graag bij die toets.

Webinar

Als de Hoge Raad, zoals veel arbeidsjuristen verwachten, het advies van de A-G volgt en de uitspraak, die nu op 24 maart wordt verwacht, daarmee inderdaad baanbrekend is, zullen wij op dinsdag 28 maart om 11:00 uur een ingelast webinar houden om de uitspraak met u te bespreken en de gevolgen te duiden.


Via onderstaande knop kunt u zich aanmelden voor het webinar. Vrijdag 24 maart communiceren wij of het webinar daadwerkelijk doorgaat, dit hangt af van de uitspraak van de Hoge Raad. Voor vragen over dit arrest of het webinar stuur een mail naar sectie.arbeidsrecht@nysingh.nl.