Kan de Staat op privaatrechtelijke grondslag verhaal nemen voor extra kosten van controle en correctie van aangiften en van invordering van aanslagen, veroorzaakt door het opzettelijk doen van onjuiste aangiften?

De Hoge Raad beantwoordt deze vraag ontkennend in zijn arrest van 15 mei 2020 (ECLI:NL:HR:2020:890). Privaatrechtelijk verhaal van deze meerkosten betekent een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht.

Privaatrechtelijk kostenverhaal op grond van onrechtmatige daad

Wat was de casus? Een belastingadviseur (verweerder) heeft opzettelijk voor cliënten onjuiste aangiften inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen gedaan over de jaren 2007-2009. Hij is daarvoor strafrechtelijk veroordeeld. De Staat vordert schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad.

 

Deze schadevergoeding bestaat enerzijds uit vergoeding van gemaakte kosten. Het betreffen kosten van werkzaamheden die bestaan uit het controleren en corrigeren van aanslagen en het vaststellen van gewijzigde aanslagen. Anderzijds heeft de Staat vergoeding van extra werkzaamheden gevorderd vanwege kosten van invordering.

 

De rechtbank en het hof hebben deze vorderingen toegewezen, mede op grond van artikel 4:124 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel bepaalt dat een bestuursorgaan ten aanzien van invordering ook over privaatrechtelijke bevoegdheden beschikt.

Tweewegenleer en Doorkruisingsleer

Als hoofdregel geldt dat de overheid de kosten die zij maakt ter uitvoering van een publieke taak privaatrechtelijk kan verhalen. Dit geldt in beginsel ook als de uitvoering de betreffende publieke raak publiekrechtelijk is geregeld.

 

Op het voorgaande bestaan twee uitzonderingen. In de eerste plaats is privaatrechtelijk kostenverhaal niet mogelijk als de wet dit uitsluit. In de tweede plaats staat de doorkruisingsleer aan privaatrechtelijk kostenverhaal in de weg.

 

De Hoge Raad definieert de doorkruisingsleer in onderhavig arrest (en eerder in het arrest ‘Bluskosten Vlissingen’, ECLI:NL:HR:1992:ZC0788) als volgt:

 

“Als blijkens de publiekrechtelijke regeling verhaal van kosten langs publiekrechtelijke weg is uitgesloten, vormt dat een belangrijke aanwijzing dat verhaal van kosten ook op privaatrechtelijke grondslag niet mogelijk is. Bij beantwoording van de vraag of blijkens de publiekrechtelijke regeling verhaal van kosten langs publiekrechtelijke weg is uitgesloten, dient onder meer te worden gelet op de inhoud en strekking van die regeling, mede in verband met de aard van de aan de orde zijnde publieke taak en de aard van de kosten.”

Hoge Raad: onaanvaardbare doorkruising

Kan de Staat in deze kwestie verhaal nemen voor onderhavige meerkosten? De Hoge Raad stelt vast dat de wet niet voorziet in dergelijk verhaal. Hij meent dat als de wetgever verhaal wenselijk had geacht, hij daarvoor wel een regeling had getroffen. De Hoge Raad overweegt als volgt:

“Gelet op het grote aantal belastingaangiften dat jaarlijks wordt gedaan, en derhalve het grote aantal gevallen waarin verhaal van de hier bedoelde kosten aan de orde zou kunnen zijn, zou een dergelijke regeling immers vanuit een oogpunt van rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en een consistente bevoegdheidsuitoefening op haar plaats zijn.”

De Hoge Raad beslist dat verhaal van onderhavige meerkosten op privaatrechtelijke grondslag een onaanvaardbare kruising zou vormen van de publiekrechtelijke regeling van belastingheffing en invordering. Verhaal is immers langs publiekrechtelijke weg uitgesloten.

Bijzondere omstandigheden?

De Staat stelt zich op het standpunt dat zich in dit geval bijzondere omstandigheden voordoen. De belastingadviseur heeft immers opzettelijk en voor eigen gewin onjuiste aangiften ingediend. De Hoge Raad ziet daarin echter geen grond om een uitzondering te maken. Daarvoor is van belang dat tussen onderhavig geval en andere gevallen van opzettelijk onjuiste aangiften, geen duidelijk en een in de praktijk eenvoudig te hanteren onderscheid valt te maken.

Voorbeeld doorkruisingsleer

Onderhavige zaak omvat een voorbeeld van de doorkruisingsleer. De Staat kan meerkosten vanwege opzettelijk onjuiste aangiften niet op privaatrechtelijke grondslag verhalen. Het publiekrecht geeft hiertoe geen mogelijkheid. Privaatrechtelijk kostenverhaal zou een onaanvaardbare doorkruising van de publiekrechtelijke regeling meebrengen. De Hoge Raad maakt geen uitzondering voor het geval waarin een belastingadviseur opzettelijk en voor eigen gewin onjuiste aangiften indient.

Vragen?

Wij adviseren u graag over de mogelijkheden van kostenverhaal en welke weg het beste te kiezen. Neem gerust contact op met één van onze specialisten om te sparren over de mogelijkheden.