In de afgelopen jaren was er in de media veel aandacht voor de ‘appeltjesgroen’ geverfde woning in Den Helder.

Volgens het college van burgemeester en wethouders van Den Helder diende de fel geelgroene geverfde woning te worden aangemerkt als een welstandsexces. In de uitspraak van 15 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1659)  oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vraag of het college terecht tot deze conclusie was gekomen.

Wat speelde er?

Een toezichthouder van de gemeente Den Helder constateert in september 2017 dat appellante (bewoonster) zowel de voor- als achterzijde van haar woning in de wijk Boatex in Den Helder in een felle geelgroene kleur heeft geverfd. Naar aanleiding van deze constatering vraagt het college van burgemeester en wethouders (hierna: ‘het college’) van Den Helder de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (hierna: ‘de CRK’) om het uiterlijk van de woning te beoordelen aan de hand van de redelijke eisen van welstand. De CRK oordeelt dat de geelgroene kleur van het huis ‘ernstig’ in strijd is met de geldende welstandscriteria en er daarom sprake is van een ‘welstandsexces’. Het college verzoekt appellante daarom op 9 oktober 2017 om haar woning in een andere kleur te schilderen.

 

Aan dit verzoek geeft appellante echter geen gehoor. Het college vraagt de CRK daarop uitvoeriger te onderzoeken of het uiterlijk van de woning in overeenstemming is met de welstandscriteria. De CRK concludeert (wederom) dat dit niet het geval is en blijft van oordeel dat de woning dient te worden aangemerkt als een welstandsexces.

Handhavend optreden college

Het college gelast appellante vervolgens middels een last onder bestuursdwang om binnen vier maanden de voor- en achtergevel van de woning in een andere kleur te (laten) verven dan de fel geelgroene kleur. Het college stelt zich daarbij op het standpunt dat appellant in strijd handelt met artikel 12, eerste lid van de Woningwet. Dit artikel bepaalt kort gezegd dat een bouwwerk niet in ernstige mate in strijd mag zijn met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, zoals opgenomen in de welstandsnota.

 

Appellante stelt dat het college –  in navolging van het advies van de CRK – ten onrechte oordeelt dat de geelgroene kleur van haar woning een welstandsexces oplevert. Daarbij verwijst appellante naar een tegenadvies waaruit volgt dat de kleur van de voor- en achtergevel van haar woning in harmonie is met de historische omgeving. Daarnaast stelt appellante dat enkele andere woningen in de omgeving een bordeauxrode of heel donker grijs tot zwarte kleur hebben.

Welstandsnota

In de Welstandsnota Den Helder 2015 is opgenomen dat de woonwijk Boatex door de geïsoleerde ligging en de toegepaste architectuurstijl met licht gekleurde gevels een zelfstandig karakter heeft. De gekleurde gevels zijn kenmerkend voor de wijk. Eigentijds materiaal- en kleurgebruik is volgende de welstandsnota mogelijk, maar sterk contrasterende of felle kleuren zijn niet toegestaan. Het kleur- en materiaalgebruik is daarbij afhankelijk van architectuurstijl in de omgeving.

 

In de ‘excessenregeling’ van de Welstandsnota is opgenomen dat bij het toepassen van deze regeling het criterium wordt gehanteerd dat bij een bouwwerk of deel daarvan sprake moet zijn van onmiskenbare strijdigheid met de in Welstandsnota opgenomen criteria, en/of een buitensporigheid in het uiterlijk van het bouwwerk die ook voor niet-deskundigen duidelijk is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Een welstandsexces heeft volgens de Welstandsnota onder meer vaak betrekking op de toepassing van felle of contrasterende kleuren op gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte of een te grove inbreuk vormen op wat in de omgeving gebruikelijk is.

Oordeel Afdeling

De Afdeling oordeelt dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de felle geelgroene kleur op de woning een welstandsexces is. Het college mocht appellante daarom een last onder bestuursdwang opleggen. Weliswaar volgt uit de welstandsnota dat gekleurde gevels karakteriserend zijn voor de wijk Boatex, maar dit geldt alleen voor licht gekleurde gevels en niet voor felle of sterk contrasterende op de gevels aangebrachte kleuren.

 

Het college heeft volgens de Afdeling, onder verwijzing naar de adviezen van de CRK, voldoende gemotiveerd dat de door appellante op de woning aangebrachte geelgroene kleur een felle of sterk contrasterende kleur is die door de intensiteit daarvan afbreuk doet aan de harmonie in de wijk. Daarbij ziet de Afdeling in het door appellante overgelegde tegenadvies geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de adviezen van de welstandscommissie op onzorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen of de daarin gegeven redenering niet begrijpelijk is. Dit betekent dat het college op de adviezen van de commissie mocht afgaan.

Conclusie

Uit deze uitspraak volgt dat in een Welstandsnota duidelijk opgenomen dient te worden wanneer sprake is van een welstandsexces. Om als gemeente effectief op welstandsexcessen te kunnen handhaven, is het van belang dat hiervoor duidelijke criteria zijn opgenomen in de welstandsnota.

 

In dit geval oordeelde de Afdeling dat het college in redelijkheid kon oordelen dat het geelgroen geverfde huis valt aan te merken als een welstandsexces. Het college mocht dit oordeel baseren op het deskundigenadvies van de CRK. Appellante had in dit geval geen concrete aanknopingspunten naar voren gebracht die aanleiding gaven tot twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de redeneringen en de aansluiting van conclusies daarop.