De Governancecode Zorg stamt uit 2017 en is opgesteld door brancheorganisaties als vorm van zelfregulering om de governance zo in te richten dat het bijdraagt aan de waarborgen van goede zorg.
Per 1 juli 2020 is de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (hierna: Wmcz 2018) in werking getreden. In deze wet zijn enkele wijzigingen doorgevoerd waardoor de cliëntenraden meer bevoegdheden hebben gekregen. Zo is onder andere het verzwaard adviesrecht van cliëntenraden vervallen, waarvoor het instemmingsrecht in de plaats is gekomen. Daarnaast heeft de cliëntenraad een ‘gewoon’ adviesrecht ten aanzien van een aantal voorgenomen besluiten van de instelling.
Nieuw onder de Wmcz 2018 is dat de cliëntenraad een adviesrecht heeft over de profielschetsen voor de benoeming van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht (art. 7 lid 1 sub f Wmcz 2018). De oude Wmcz zweeg hierover. De cliëntenraad heeft daarnaast op grond van artikel 10 Wmcz 2018 een bindend voordrachtsrecht voor één lid van de Raad van Toezicht. Dit recht moet in de statuten worden vastgelegd. Dit recht bestond ook onder de oude Wmcz. Hier ontstaat een spanningsveld met de Governancecode 2017.
De Governancecode gaat specifiek in op het voordrachtsrecht van de cliëntenraad voor een toezichthouder (artikel 6.3). In tegenstelling tot de Wmcz 2018 voegt de Governancecode de mogelijkheid toe dat de Raad van Bestuur met de cliëntenraad een overeenkomst sluit om dit voordrachtsrecht in te ruilen voor een zwaarwegend adviesrecht over de profielen en de benoeming van alle leden van de Raad van Toezicht. Daarmee vervalt het bindend voordrachtsrecht van de cliëntenraad.
Deze bepaling in de Governancecode is in strijd met de nieuwe Wmcz 2018, gezien het nieuwe artikel 7 lid 1 sub f en artikel 10. De cliëntenraad heeft immers op grond daarvan zowel een bindend voordrachtsrecht ten aanzien van een toezichthouder én een gewoon adviesrecht over de profielen van de leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Het afruilen van een van die twee bevoegdheden ontneemt de cliëntenraad een van die twee rechten. De afwijkingsmogelijkheid in de Governancecode is daarmee in strijd met de Wmcz 2018, die juist tot doel heeft om cliëntenraden meer bevoegdheden te geven.
Zorgt u er als zorginstelling dus voor dat in uw statuten het bindend voordrachtsrecht van de cliëntenraad is opgenomen. Daarnaast moet u de cliëntenraad in de gelegenheid stellen advies te geven over de profielschetsen van toezichthouders en bestuursleden. Deze laatste regeling hoeft u niet in de statuten op te nemen.
De specialisten van de marktgroep zorg van Nysingh staan voor u klaar bij vragen over de Wmcz 2018 en de Governancecode Zorg.