Het komt regelmatig voor dat mensen aan de politie vragen om bepaalde politiegegevens aan hen te verstrekken. Denk bijvoorbeeld aan een verhuurder die klachten krijgt over het gedrag van één van zijn huurders en het vermoeden heeft dat deze huurder betrokken is bij strafbare feiten.
Deze verhuurder zal graag willen weten wat er over deze huurder bij de politie bekend is. Heeft hij recht op inzage in politiegegevens om de gegevens die in de politieregisters over de huurder beschikbaar zijn beschikbaar gesteld te krijgen?
Invloed van privacyregelgeving
Gegevens die de politie over de huurder in haar systemen beschikbaar heeft, hebben te gelden als persoonsgegevens. Met het vastleggen, het verwerken en zeker het verstrekken van persoonsgegevens aan derden wordt inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van degene op wie de persoonsgegevens betrekking hebben. Dat is op basis van art. 10 Grondwet en art. 8 EVRM in beginsel slechts toegestaan als dat bij wet is voorzien. Voor politiegegevens is de wettelijke basis voor het verwerken van persoonsgegevens gelegen in de Wet politiegegevens (Wpg). Deze wet regelt ook voor welke doelen en met inachtneming van welke waarborgen de schending van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is toegestaan.
Art. 19 Wpg
Blijkens art. 19 Wpg kan de korpschef van de politie in bijzondere gevallen, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend belang, in overeenstemming met het bevoegd gezag, beslissen tot het verstrekken van politiegegevens aan derden. De politiegegevens kunnen slechts worden verstrekt voor de in art. 19 Wpg genoemde doelen.
Deze doelen zijn
a. het voorkomen en opsporen van strafbare feiten;
b. het handhaven van de openbare orde;
c. het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven;
d. het uitoefenen van toezicht op het naleven van regelgeving.
Een voorbeeld van deze doeleinden van verstrekking, is bijvoorbeeld het verstrekken van politiegegevens aan een slachtoffer van een strafbaar feit met het oog op een door het slachtoffer in te stellen vordering tot vergoeding van diens schade. Doel van de verstrekking is in dat geval het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven (doel c). Een ander voorbeeld is de verstrekking van gegevens over een kind dat slachtoffer is van mishandeling aan het schoolbestuur of aan de betrokken leerkracht ten behoeve van het verlenen van hulp aan het desbetreffende kind. Ook kan worden gedacht aan het verstrekken van politiegegevens aan een gemeente ten behoeve van toezicht op de naleving van bordeelvergunningen, voor zover deze verstrekking niet plaatsvinden in het kader van art. 20 Wpg (structurele verstrekking voor samenwerkingsverbanden).
De door de korpschef te maken afweging
De korpschef zal naar aanleiding van een verzoek tot het verstrekken van politiegegevens eerst moeten nagaan of de verzochte verstrekking beantwoordt aan één van de in art. 19 Wpg aangeduide doeleinden. Is dat niet het geval, dan zal hij het verzoek moeten afwijzen.
Is de korpschef van oordeel dat er wel sprake is van één van de in art. 19 Wpg genoemde doeleinden, dan moet hij vervolgens beoordelen of verstrekking van de verzochte gegevens noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang. Dat is alleen het geval als de verstrekking voor de samenleving van meer dan gewone betekenis is. Gelet op art. 8 EVRM moet onder het begrip zwaarwegend algemeen belang worden verstaan het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Toepassing van het criterium van het zwaarwegend algemeen belang vraagt om een belangenafweging. Het belang dat gediend is wordt met verstrekking van de gegevens moet worden afgewogen tegen het belang van de persoonlijke levenssfeer van degene op wie de politiegegevens betrekking hebben. Daarbij moeten de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit in acht worden genomen. Hierbij geldt dat hoe groter de ernst van de kwestie of het delict dat aan de verzochte verstrekking ten grondslag ligt, hoe eerder aan het vereiste van proportionaliteit voldaan zal zijn. In het kader van de subsidiariteit zal moeten worden bezien of het beoogde doel (het verkrijgen van de gegevens) niet op een andere, minder ingrijpende manier kan worden bereikt. Is die andere weg beschikbaar, dan moet die worden benut en zal het verzoek ex art. 19 Wpg worden afgewezen.
Voorbeelden van gevallen waarin een zwaarwegend belang bij verstrekking kan bestaan, zijn de bestrijding van jeugdcriminaliteit, de bestrijding van huiselijk geweld of de aanpak van winkelcriminaliteit.
En hoe loopt het af voor de verhuurder?
In het geval van onze verhuurder is het allereerst de vraag of de verzochte verstrekking wel beantwoordt aan één van de in art. 19 Wpg genoemde doeleinden. Het enkele vermoeden van de verhuurder dat de huurder zich schuldig maakt aan strafbare feiten brengt nog niet mee dat de verzochte verstrekking onder één van de voornoemde doeleinden kan worden gebracht. Bovendien is zonder nadere toelichting niet duidelijk dat de verstrekking noodzakelijk zou zijn met het oog op een zwaarwegend algemeen belang in de hiervoor besproken zin. De kans is dan ook groot dat het verzoek van de verhuurder door de korpschef zal worden afgewezen.
Het is in veel gevallen bepaald niet eenvoudig om politiegegevens beschikbaar gesteld te krijgen!