Veel gestelde vragen
- Wat is het doel van de WHOA?
- Wat is de toegevoegde waarde van de WHOA?
- Wanneer kan er een beroep worden gedaan op de WHOA?
- Wat is de taak van een herstructureringsdeskundige?
- Kunnen lopende (duur)overeenkomsten worden aangepast of beëindigd?
- Wie kan er een verzoek tot homologatie indienen?
- Wat kunnen betrokken partijen doen als ze het niet eens zijn met het akkoord?
- Wat zijn de gevolgen indien het akkoord gehomologeerd wordt?
- Is er hoger beroep mogelijk tegen de uitkomst?
- Wat dient een schuldeiser en/of aandeelhouder te doen als hij bezwaren heeft tegen (de gang van zaken van) het akkoord?
1. Wat is het doel van de WHOA?
De WHOA heeft een tweeledig doel. Enerzijds kan herstructurering en het afwenden van een dreigend faillissement het doel zijn, anderzijds kan de WHOA ook gebruikt worden bij de afwikkeling van een onderneming, die geen overlevingskansen meer heeft. In dat laatste geval geldt als voorwaarde dat bij een afwikkeling op basis van de WHOA een beter resultaat wordt behaald dan wanneer de afwikkeling zou plaatsvinden in faillissement.
2. Wat is de toegevoegde waarde van de WHOA?
Voor de invoering van de WHOA was voor het slagen van een buitengerechtelijk akkoord vereist dat de schuldenaar met al haar crediteuren en aandeelhouders overeenstemming diende te bereiken. Zolang niet met alle crediteuren overeenstemming werd bereikt, bleef het risico bestaan dat een crediteur alsnog het faillissement zou kunnen aanvragen. Daarmee had iedere individuele crediteur een prikkel om instemming te weigeren en daarmee een betere positie voor zichzelf te creëren. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan een weigerachtige schuldeiser worden gedwongen om mee te werken aan het akkoord. Daarvan is pas sprake indien de betreffende schuldeiser in redelijkheid niet tot weigering van instemming met het akkoord had kunnen komen. Daarvoor is een gerechtelijke procedure noodzakelijk hetgeen tijd en geld kost. Deze middelen zijn echter vaak niet of onvoldoende aanwezig.
Net zoals het lastig is om medewerking van crediteuren af te dwingen, is het lastig om de medewerking van aandeelhouders af te dwingen (bijvoorbeeld indien vorderingen zouden worden omgezet in aandelenkapitaal). Aandeelhouders kunnen niet tegen hun zin worden gedwongen om kapitaal bij te storten en/of nieuwe aandelen te nemen. Onder de WHOA kunnen ook rechten van aandeelhouders worden aangetast.
3. Wanneer kan er een beroep worden gedaan op de WHOA?
De WHOA staat uitdrukkelijk niet open voor iedere schuldenaar. Een beroep op de WHOA dient namelijk gerechtvaardigd te zijn. Daarvoor is vereist dat de schuldenaar in een toestand verkeert, waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken (hierna te noemen: ‘dreigende insolventie’). Dit betekent dat de schuldenaar nog in staat moet zijn om aan zijn lopende verplichtingen te voldoen. Tegelijkertijd voorziet hij dat er – zonder herstructurering – onvoldoende perspectief bestaat om een insolventie af te wenden.
Er kan ook een beroep worden gedaan op de WHOA bij de afwikkeling van een onderneming die geen overlevingskansen meer heeft. In dat laatste geval geldt als voorwaarde dat bij een afwikkeling op basis van de WHOA een beter resultaat wordt behaald dan wanneer de afwikkeling zou plaatsvinden in faillissement.
4. Wat is de taak van een herstructureringsdeskundige?
De herstructureringsdeskundige dient een voorstel voor een akkoord voor te bereiden en vervolgens het traject in gang te zetten dat (uiteindelijk) dient te leiden tot de homologatie van het akkoord door de rechter. De herstructureringsdeskundige dient zijn taak doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk uit te voeren. Zodra het duidelijk wordt dat het niet mogelijk is om een akkoord aan te bieden, dient de herstructureringsdeskundige de rechtbank hierover te informeren en om intrekking van de aanwijzing te verzoeken.
5. Kunnen lopende (duur)overeenkomsten worden aangepast of beëindigd?
Het komt geregeld voor dat een schuldenaar een overeenkomst heeft gesloten die zwaar drukt op de onderneming. De WHOA biedt de mogelijkheid om lopende overeenkomsten eenzijdig te beëindigen als de wederpartij niet instemt met een voorgestelde vrijwillige wijziging of beëindiging. Op basis van de WHOA kan een schuldenaar zijn wederpartij een voorstel doen tot wijziging of beëindiging van de overeenkomst. Als de wederpartij niet instemt met een voorgestelde vrijwillige wijziging of beëindiging, heeft de schuldenaar op basis van de WHOA de mogelijkheid om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. De schuldenaar kan van deze beëindigingsmogelijkheid gebruik maken indien (i) de rechtbank toestemming verleent voor de tussentijdse opzegging en (ii) de rechtbank het akkoord homologeert. Dat betekent dus dat als de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige van de mogelijkheid gebruik wil maken om een overeenkomst eenzijdig op te zeggen, het homologatieverzoek tevens een verzoek dient te bevatten voor toestemming om de betreffende overeenkomst op te zeggen.
6. Wie kan er een verzoek tot homologatie indienen?
Zowel een schuldenaar als de herstructureringsdeskundige kan het homologatieverzoek bij de rechtbank indienen. Een herstructureringsdeskundige kan alleen met instemming van de schuldenaar een homologatieverzoek indienen als:
- de herstructureringsdeskundige is aangewezen op verzoek van één of meer schuldeisers, de OR of de personeelsvertegenwoordiging;
- niet alle klassen met het akkoord hebben ingestemd;
- de schuldenaar (of de groep waartoe de schuldenaar behoort) een onderneming drijft waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet in het voorgaande boekjaar € 50 miljoen of het balanstotaal aan het eind van het voorgaande boekjaar € 43 miljoen niet overschreed.
Als de schuldenaar een rechtspersoon is, moet het bestuur om instemming worden gevraagd waarbij geldt dat de aandeelhouders het bestuur niet op onredelijke wijze mogen belemmeren haar instemming te verlenen. Als hierover een geschil ontstaat, kan de rechter worden gevraagd om hierover een uitspraak te doen. Als de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige van de mogelijkheid gebruik wil maken om een overeenkomst eenzijdig op te zeggen, dan omvat het homologatieverzoek tevens een verzoek om toestemming voor die opzegging.
7. Wat kunnen betrokken partijen doen als ze het niet eens zijn met het akkoord?
Alle stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders kunnen tot aan de dag van de zitting een schriftelijk verzoek indienen tot afwijzing van het homologatieverzoek. Dit verzoek kunnen zij baseren op algemene en aanvullende afwijzingsgronden. De algemene afwijzingsgronden zijn vooral bedoeld om een zuivere besluitvorming te waarborgen. De aanvullende afwijzingsgronden zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat het akkoord een redelijk herstructureringsplan omvat. Op de aanvullende afwijzingsgronden kan alleen een beroep worden gedaan door partijen die tegen het akkoord hebben gestemd. Indien deze partijen dus niet hebben gestemd verliezen zij de mogelijkheid om een beroep te doen op de aanvullende afwijzingsgronden.
8. Wat zijn de gevolgen indien het akkoord gehomologeerd wordt?
Het gehomologeerde akkoord is verbindend voor de schuldenaar en voor alle stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders. Dat betekent dus dat het akkoord ook verbindend is voor de partijen die tegen gestemd hebben. Om welke schuldeisers het precies gaat kan in beginsel worden afgeleid aan de hand van de crediteurenlijsten die door de schuldenaar als onderdeel van het akkoord verstrekt dienen te worden.
Het vonnis van de rechtbank levert een executoriale titel op. Dat betekent dat wanneer de schuldenaar zijn verplichtingen op basis van het akkoord niet (tijdig) nakomt de betrokken schuldeisers en aandeelhouders op basis van het vonnis nakoming kunnen afdwingen. Verder geldt dat wanneer de schuldenaar in verzuim verkeert om tijdig aan het akkoord te voldoen, hij verplicht is tot vergoeding van de schade die de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders daardoor lijden, zonder dat een voorafgaande ingebrekestelling vereist is. In dat geval hebben betrokken schuldeisers of aandeelhouders (in beginsel) ook de mogelijkheid om het akkoord te ontbinden. Dit recht kan echter in het akkoord worden uitgesloten.
9. Is er hoger beroep mogelijk tegen de uitkomst?
Tegen de beslissing van de rechter over de homologatie staat geen hoger beroep of cassatie open. Dit wordt gerechtvaardigd geacht, omdat het akkoord tot stand komt in de situatie van een dreigende insolventie. Om een faillissement nog af te kunnen wenden moet het akkoord na de homologatie snel worden uitgevoerd.
10. Wat dient een schuldeiser en/of aandeelhouder te doen als hij bezwaren heeft tegen (de gang van zaken van) het akkoord?
De WHOA biedt de schuldenaar of een herstructureringsdeskundige (als die is aangewezen) de mogelijkheid om ontstane geschillen vóór de stemming over het akkoord aan de rechter voor te leggen. Daarbij kan gedacht worden aan de (niet-limitatieve) volgende zaken:
- de inhoud van de informatie, die in het akkoord moet worden opgenomen en de bijlagen die bijgevoegd dienen te worden;
- de door de schuldenaar gehanteerde waardes en aannames (voor het aanbieden van een akkoord);
- de klassenindeling;
- de toelating tot de stemming van een schuldeiser of aandeelhouder;
- de stemmingsprocedure;
- of er sprake zou kunnen zijn van één of meerdere algemene of aanvullende afwijzingsgronden.
Een belangrijk uitgangspunt is dat de betrokkenheid van de rechter beperkt is tot aan het moment waarop een homologatieverzoek wordt ingediend in beginsel. Het is echter mogelijk dat eerder in het traject de vraag opkomt of er sprake is van een afwijzingsgrond, die aan de homologatie in de weg zou staan. In dat soort situaties is het belangrijk dat de onzekerheid daarover zo spoedig mogelijk kan worden weggenomen. Voordat de rechter beslist over een aan hem voorgelegde kwestie, stelt hij de schuldenaar, de (eventuele) herstructureringsdeskundige en/of de (eventuele) observator en de rechtstreeks betrokken schuldeisers of aandeelhouders in de gelegenheid om hun zienswijze te geven. De beslissing die wordt genomen is slechts bindend voor de partijen die de mogelijkheid hebben gehad om hun visie te geven. Als de rechter dat nodig acht in het kader van een te nemen beslissing kan hij een onafhankelijk deskundige vragen onderzoek te verrichten en daarover verslag uit te brengen.
Een crediteur of aandeelhouder heeft niet de mogelijkheid om deze kwesties zelf aan de rechter voor te leggen. De afwijzingsgronden kunnen alleen door schuldeisers of aandeelhouders worden ingeroepen indien hier niet eerder een beroep op gedaan had kunnen worden. Dat brengt met zich mee dat schuldeisers en aandeelhouders (eventuele) bezwaren snel aan de schuldenaar dienen voor te leggen op straffe van de mogelijkheid om op die bezwaren in het kader van de homologatie een beroep te doen. Het tijdig melden van de bezwaren geeft de schuldenaar de mogelijkheid om de kwestie aan de rechtbank voor te leggen en om – al dan niet met behulp van een rechter – een oplossing te vinden waarbij eventuele aanpassingen nog doorgevoerd kunnen worden.