De wet is bedoeld om in de huidige situatie de mogelijkheid te bieden digitaal bijeen te komen als het anders niet kan.

Op 9 april 2020 is de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bekendgemaakt en onmiddellijk in werking getreden (Staatsblad 2020/113). Deze wet maakt het tijdelijk mogelijk om naast digitale beraadslaging ook digitaal besluiten te nemen. De wet geldt voor gemeenteraden, provinciale staten, algemene besturen van waterschappen, besturen van gemeenschappelijke regelingen en de eilandsraden van Bonaire en Saba. Omdat op dit moment op Sint Eustatius geen eilandsraad in functie is, wordt deze wet daar niet toegepast.

 

Met de tijdelijke mogelijkheid van digitale beraadslaging en besluitvorming kunnen de vertegenwoordigende organen op decentraal niveau in de huidige uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van het coronavirus zoveel mogelijk blijven functioneren. De wet is bedoeld om in de huidige situatie de mogelijkheid te bieden digitaal bijeen te komen als het anders niet kan; de voorkeur gaat echter uit naar fysiek bijeenkomen (Kamerstukken II 2019–2020, 35 424, nr. 3 p. 3).

 

Een gemeente, provincie of waterschap kan op basis van deze wet zelf besluiten hoe invulling wordt gegeven aan digitale beraadslaging en besluitvorming, mits er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • ieder lid moet gegarandeerd beschikken over de technische mogelijkheden om toegang te hebben tot de beraadslaging en stemming;
  • identificatie van raadsleden – door de voorzitter, maar ook door de leden onderling en door het publiek – moet mogelijk zijn;
  • er moet sprake zijn van een live videoverbinding, alleen audio of stemmen per app is niet voldoende;
  • de voorzitter moet in staat zijn de orde te handhaven.

Om digitale beraadslagingen en besluitvorming tot stand te brengen wordt een aantal artikelen in onder meer de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet gewijzigd.

 

In de wet is ook geregeld dat (voor benoemingen) gebruik kan worden gemaakt van een vorm van briefstemmen. Dit is vooral van belang voor benoemingen in verband met de geheimhouding die op stemmingen over personen rust en omdat er thans onvoldoende waarborgen zijn voor een geheime digitale stemming over personen. Verder kent de wet een grondslag om bij ministeriële regeling in (technische) voorschriften voor de digitale beraadslaging, besluitvorming en briefstemmen te voorzien. In het kader van de implementatie zal worden bezien of het noodzakelijk is om van die bevoegdheid gebruik te maken.

 

De wet vervalt op 1 september 2020. Het tijdstip waarop deze wet vervalt kan bij Koninklijk Besluit worden bepaald op een ander tijdstip, met dien verstande dat dit tijdstip steeds ten hoogste twee maanden na het tijdstip ligt waarop de wet zou vervallen.