Een eigenrisicodrager hoeft bij het uitvoeren van de Ziektewet niet te rekenen op veel hulp van het UWV. De eigenrisicodrager moet zijn huiswerk goed doen. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenrisicodrager zelf om de door het UWV te nemen besluiten zorgvuldig voor te bereiden. Dat begint met goed te bedenken welk besluit hij van het UWV wil. Het UWV hoeft namelijk niet een ander besluit te nemen dan waar de eigenrisicodrager om heeft gevraagd. Dat is de les uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 december 2023 (ECLI:NL:CRVB:2023:2378).

Wat speelde er?

De werkgever vond dat een oud-werknemer in de laatste maanden van het dienstverband zijn re-integratieverplichtingen had verzaakt. Om die reden was in die laatste maanden de loonbetaling gestopt. Na het einde van het dienstverband kreeg de oud-werknemer (toch) een Ziektewetuitkering.

 

De werkgever, die eigenrisicodrager was, deed een verzoek aan het UWV om de uitkering stop te zetten. Op het formulier kruiste de werkgever het vakje ‘Geen recht (meer) op uitkering’ aan. In de toelichting op het formulier vermeldde de werkgever dat de werknemer adviezen van de bedrijfsarts niet had opgevolgd en aangeboden passende arbeid had geweigerd. In reactie op het formulier liet het UWV de eigenrisicodrager weten dat als een werknemer aangeboden passend werk weigert, een weigering van het ziekengeld niet de juiste sanctie is, maar dat wel een bedrag van de ‘misgelopen’ inkomsten kan worden gekort op de uitkering. Het UWV stelde de werkgever in de gelegenheid een aangepast voorstel voor het nemen van het besluit te doen. Dat deed de werkgever door het UWV (bij nader inzien) te verzoeken een korting op de uitkering toe te passen op grond van het feit dat de werknemer meerdere malen niet was verschenen om het aangepaste werk te verrichten.

 

Hoewel het UWV aanvankelijk de korting toepaste, kwam het daar op terug nadat de werknemer bezwaar had gemaakt. En wat het voor de eigenrisicodrager nog erger maakte: het UWV vond dat het niet mocht beoordelen of de werknemer re-integratieverplichtingen had geschonden, omdat de eigenrisicodrager daarover geen beslissing had gevraagd.

 

Hoe oordeelde de rechter?

De werkgever legde zich niet bij deze beslissing van het UWV neer en stapte naar de rechter. Zonder succes.

 

Om te beginnen was de rechter het met het UWV eens dat in dit geval geen korting op het salaris mocht plaatsvinden. Het belangrijkste aan de uitspraak is echter dat de rechter oordeelde dat het UWV niet hoefde te beoordelen of, als een korting niet mogelijk was, een andere sanctie aan de werknemer kon worden opgelegd. Dáár had de werkgever het UWV namelijk niet om gevraagd.

 

Volgens de rechter hebben de eigenrisicodrager en het UWV ieder hun eigen verantwoordelijkheden en taken. De eigenrisicodrager verricht de werkzaamheden ter voorbereiding van besluiten op grond van de Ziektewet. Het is aan de eigenrisicodrager zelf om de voorstellen die hij aan het UWV doet, zorgvuldig voor te bereiden en daarbij alle gegevens aan te leveren die nodig zijn voor het nemen van een besluit. Het UWV toetst de voorstellen van de eigenrisicodrager terughoudend. Deze marginale toetsing heeft onder andere tot gevolg dat het UWV alleen de aspecten hoeft te beoordelen die van belang zijn voor het besluit dat de eigenrisicodrager heeft voorgesteld. In dit geval had de eigenrisicodrager (in tweede instantie) slechts verzocht om de uitkering te korten met de ‘misgelopen’ inkomsten en niet om een maatregel op te leggen voor het (anderszins) niet-nakomen van de re-integratieverplichtingen.

 

Bevoegdheidsverdeling eigenrisicodrager – UWV

Het wettelijke systeem van eigen risico dragen voor de Ziektewet is complex. Zo is er een bijzondere verdeling van bevoegdheden tussen het UWV en de eigenrisicodrager.

Een eigenrisicodrager voor de Ziektewet is verantwoordelijk voor de verzorging en uitbetaling van de Ziektewetuitkering en de begeleiding en ondersteuning bij re-integratieactiviteiten van de zieke ex-werknemer. De eigenrisicodrager mag desondanks niet volledig zijn eigen gang gaan; hij blijft afhankelijk van het UWV. Wil de eigenrisicodrager bijvoorbeeld bewerkstelligen dat de betaling van de Ziektewetuitkering wordt stopgezet omdat de werknemer onvoldoende inspanningen verricht, dan mag de eigenrisicodrager het besluit weliswaar voorbereiden en bepaalt vervolgens het UWV of dat besluit ook daadwerkelijk wordt genomen.

Uit deze uitspraak blijkt maar weer eens dat de eigenrisicodrager niet echt zelf ‘aan de knoppen’ zit, maar het UWV nodig heeft om besluiten te nemen. Ook maakt de uitspraak duidelijk dat de eigenrisicodrager heel precies bij het UWV moet aangeven aan welke knoppen hij wil dat het UWV draait. Het UWV hoeft dat volgens de rechter niet zelf te bedenken. Kortom, de eigenrisicodrager moet steeds zelf zijn huiswerk goed doen.

 

Wij helpen u graag

Vragen over het ‘wie doet wat?’ zijn daarom voor een eigenrisicodrager helaas niet vreemd. Onze specialisten kunnen de eigenrisicodrager helpen bij het vinden van antwoorden op die vragen.