De humanitaire crisis die zich in Oekraïne ontwikkelt, heeft tot gevolg dat veel inwoners van dat land op de vlucht zijn geslagen naar een veiliger oord in Europese landen, waaronder Nederland.

De Nederlandse gemeenten hebben afgesproken om ruimhartig gevolg te geven aan de oproep van de regering om samen te zorgen voor de opvang van deze groep vluchtelingen. In het verlengde hiervan worden onder meer zorginstellingen benaderd met de vraag of en zo ja in hoeverre zij hierin van betekenis kunnen zijn.

Meldingsplicht bij buitengebruikstelling zorgvastgoed

Een toegelaten instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen (“WTZi”) is op grond van de WTZi gehouden een melding te doen bij het College sanering zorginstellingen (“CSZ”) van haar voornemen om gebouwen of terreinen (of delen daarvan) blijvend niet meer voor de zorgverlening te gebruiken. Hieronder valt onder meer de verhuur van zorgvastgoed. Het CSZ beslist vervolgens of dat voornemen van de instelling goedkeuring behoeft en zo ja aan welke voorwaarden dient te worden voldaan teneinde de goedkeuring te verkrijgen.

Geen goedkeuring vereist bij tijdelijke opvang Oekraïense vluchtelingen

Onlangs heeft het CSZ een informeel standpunt ingenomen over de tijdelijke verhuur van (zorg)ruimten ten behoeve van de tijdelijke opvang van Oekraïense vluchtelingen. Dit voornemen van een zorginstelling dient wel te worden gemeld bij het CSZ, maar de zorginstelling hoeft in dit verband geen verdere handelingen te verrichten teneinde goedkeuring te verkrijgen, indien de voorgenomen verhuur onderbouwd wordt gemeld. Uit de melding moet in ieder geval het volgende blijken:

  1. de (kadastrale) gegevens van de betreffende ruimte(n);
  2. dat de zorginstelling verhuurt aan de gemeente waarin de te verhuren ruimte(n) is (zijn) gelegen;
  3. dat de ruimte(n) tijdelijk zal (zullen) worden verhuurd ten behoeve van de tijdelijke opvang van Oekraïense vluchtelingen;
  4. dat de zorginstelling hiertoe bereidheid heeft getoond naar aanleiding van het verzoek van de gemeente waarin de te verhuren ruimte(n) is (zijn) gelegen.

De zorginstelling is voorts vrij in de bepaling van de hoogte van de huur.

 

Het CSZ beantwoordt de onderbouwde melding van de zorginstelling met een brief waarin dan géén goedkeuringseis zal zijn opgenomen. De melding blijft kortom wel verplicht, maar er zijn geen verdere acties van de zijde van de zorginstelling vereist, indien de melding overeenkomstig het bovenstaande is onderbouwd.

Contact

Vragen over het bovenstaande of andere (zorg)vastgoed gerelateerde onderwerpen? Neem gerust contact op met Wouter Boonstra of Özlem Demirkol.