Is de vanaf faillietverklaring van erfpachter verschuldigde canon een boedelschuld? Deze vraag stond centraal in een zaak bij het Hof Arnhem-Leeuwarden. Het Hof oordeelde dat dit niet het geval is. Ook was er geen sprake van ongerechtvaardigde verrijking.

Waar gaat deze zaak over?

Groningen Seaports N.V. heeft een terrein uitgegeven in erfpacht. De onderneming van erfpachter houdt zich bezig met de verwerking van oliehoudend afval. Erfpachter kan de erfpacht op grond van de erfpachtvoorwaarden niet tussentijds opzeggen. Erfpachter wordt in staat van faillissement verklaard. Tot aan de faillietverklaring had erfpachter een betalingsachterstand. Na het uitspreken van de faillietverklaring is de erfpachtrelatie in stand gebleven. Het terrein is ernstig vervuild. De provincie heeft de curator een last onder dwangsom opgelegd tot het legen van de tanks en het schoonmaken. De curator heeft echter aangegeven niet hieraan te kunnen voldoen omdat de boedel niet over voldoende financiële middelen beschikt.

 

Groningen Seaports N.V. vordert onder meer een verklaring voor recht dat de vanaf de faillietverklaring verschuldigde canon en de daarover verschuldigde rente dan wel een dienovereenkomstige schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking in het faillissement van erfpachter een boedelschuld is.

 

Daarnaast vordert Groningen Seaports N.V. de curator te veroordelen tot betaling van deze canon.

 

Karakter na faillissement van erfpachter opeisbaar geworden canon

Zoals in eerste aanleg de Rechtbank Noord-Nederland al voorop heeft gesteld zijn op grond van de Faillissementswet boedelschulden slechts die schulden die een onmiddellijke aanspraak geven jegens de boedel:

  1. ingevolge de wet;
  2. omdat zij door de curator in zijn hoedanigheid zijn aangegaan;
  3. omdat zij een gevolg zijn van een handelen door de curator in strijd met een door hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting.

 

Aanspraken ingevolge de wet

In artikel 39 Faillissementswet is bepaald dat huurprijzen en pachtsommen vanaf de dag van faillietverklaring boedelschulden zijn. Volgens Groningen Seaports N.V. vervullen huur en pacht dezelfde functie als erfpacht. Daarom valt niet in te zien waarom canon geen boedelschuld zou zijn. Het Hof verwerpt deze redenering. Voor canon ontbreekt een dergelijke wettelijke bepaling. Ook de totstandkomingsgeschiedenis van de wetsbepalingen biedt geen aanknopingspunten daarvoor.

 

Door de curator in zijn hoedanigheid aangegane aanspraken

Groningen Seaports N.V. draagt aan dat de curator de toezegging van Groningen Seaports N.V. de erfpacht niet op te zeggen heeft aanvaard. De curator doet zelf een beroep op de bevoegdheden in de erfpachtakte. Het Hof oordeelt dat slechts sprake kan zijn van een boedelschuld als die door de curator in zijn hoedanigheid is aangegaan door deze schuld op zich te nemen bij een rechtshandeling, doordat zijn wil daarop is gericht. De erfpachtovereenkomst is echter al ruim voor de faillietverklaring aangegaan. De curator had niet de mogelijkheid de verplichting tot het betalen van de canon te beëindigen. Het Hof verwerpt ook dit standpunt.

 

Aanspraken als gevolg van handelen van de curator

Groningen Seaports N.V. voert aan dat het niet betalen van canon een verplichting is die op de curator in die hoedanigheid rust. Het Hof gaat daar niet in mee. De uit een bestaande rechtsverhouding voortvloeiende verplichting tot betaling van een canon is geen verplichting die na een faillissement op de curator komt te rusten. Deze verplichting rustte vanaf meet af aan op de erfpachter in die hoedanigheid.

 

Bijzondere omstandigheden?

Volgens Groningen Seaports N.V. zit zij geheel klem. Bij voortzetting van de erfpachtrechten wordt zij financieel niet gecompenseerd zolang de curator de erfpachtrechten niet verkoopt (koper is hoofdelijk gehouden achterstallige canon te betalen), terwijl zij zelf bij beëindiging van de erfpachtrechten met miljoenen aan saneringskosten van het terrein wordt opgezadeld. De curator betaalt immers niet alleen de canon niet, maar verzuimt ook te saneren.

 

Naar het oordeel van het Hof behoren deze nadelige gevolgen van het faillissement van erfpachter tot het ondernemersrisico van Groningen Seaports N.V.

 

Ongerechtvaardigde verrijking?

Het Hof verwerpt eveneens de redenering van Groningen Seaports N.V. dat de boedel ongerechtvaardigd verrijkt is door het genot van het erfpachtrecht en de gerealiseerde opbrengsten door voortzetting van de onderneming. Er bestond een redelijke grond tot gebruik van het terrein. De curator had immers op grond van de erfpachtvoorwaarden geen andere keuze dan de erfpacht in stand te laten. Dat Groningen Seaports N.V. er voor koos om de erfpacht niet op te zeggen, is het resultaat van een eigen afweging van het ondernemersrisico, die voor haar rekening komt.

 

Het Hof wijst de vorderingen van Groningen Seaports N.V. af.