Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) wijzigen om de schuldhulpverlening en vroegsignalering te verbeteren. Vroegsignalering houdt in dat gemeenten actief contact gaan zoeken met burgers met (dreigende) schulden om hulp aan te bieden.

De Staatssecretaris van SZW wil de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) wijzigen om de schuldhulpverlening en vroegsignalering te verbeteren. Vroegsignalering houdt in dat gemeenten actief contact gaan zoeken met burgers met (dreigende) schulden om hulp aan te bieden. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft op 30 juli 2019 het advies over de wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) openbaar gemaakt.

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

Om de vroegsignalering te verbeteren wordt in de Wgs een aantal artikelen opgenomen dat de uitwisseling van persoonsgegevens regelt. Het voorstel is om de artikelen 7a tot en met 7d aan de wet toe te voegen, waarin onder meer wordt geregeld dat:

  • het college bevoegd is om de gegevens over de gezondheid van betrokkenen en strafrechtelijke persoonsgegevens te verwerken;
  • het college en bij AMvB aan te wijzen instellingen bevoegd zijn om persoonsgegevens te verwerken voor zover dit noodzakelijk is voor de schuldhulpverlening;
  • het college bij de verstrekking van persoonsgegevens het BSN-nummer van betrokkene gebruikt;
  • het college bevoegd is om persoonsgegevens, die het college heeft verkregen in de uitvoering van de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, te verwerken voor zover dat noodzakelijk is voor het verlenen van schuldhulpverlening; en
  • de rijksbelastingdienst bevoegd en desgevraagd verplicht is het college persoonsgegevens te verstrekken, voor zover deze noodzakelijk zijn voor het verlenen van schuldhulpverlening.

 

Opvallend is dat voor het verwerken van persoonsgegevens, die het college heeft verkregen in de uitvoering van de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wmo, het in het kader van de schuldhulp verlening niet vereist is dat de betrokkene hiervoor zijn uitdrukkelijke toestemming geeft. In de gelijksoortige bepaling in de Wmo is die toestemming namelijk wel vereist. De AP heeft zich eerder – in een rapport van 19 april 2016 – kritisch uitgelaten over het gebruik van toestemming in het sociaal domein.

Advies AP

In het advies wijst de AP op enkele privacyaspecten die nog onvoldoende tot uiting komen in het wetsvoorstel. Zo komt in de toelichting van het wetsvoorstel niet duidelijk naar voren dat het nakomen van een wettelijke verplichting ook als verwerkingsgrondslag kan dienen voor bepaalde verwerkingen. Ook verdient het volgens de AP aanbeveling om in de toelichting uitdrukkelijk te benoemen dat voor het melden van bepaalde huurachterstanden door de verhuurder aan het college, een wettelijke verplichting of publieke taak als verwerkingsgrondslag kan dienen.

 

De AP zet daarnaast vraagtekens bij het uitwerken van diverse privacywaarborgen bij AMvB en vraagt zich af hoe de naleving van deze bij AMvB te regelen waarborgen is gegarandeerd. Het gebruik van risicomodellen is, mede in verband met het risico van profilering, onvoldoende toegelicht in het wetsvoorstel. Ook de vraag welke positie de gemeente heeft als schuldeiser bij gemeentelijke belastingschulden verdient nadere uitwerking.

 

In het advies gaat de AP ook in op de noodzakelijkheid van het verwerken van gegevens over de gezondheid van de betrokkene in het kader van de schuldhulpverlening. De AP vraagt zich af welke gegevens over de gezondheid daadwerkelijk noodzakelijk zijn voor de schuldhulpverlening, wat de verwerkingsgrondslag van deze gegevens is en of doorbreking van het medisch beroepsgeheim aan de orde kan zijn. In dat verband adviseert de AP om in de toelichting in te gaan op:

  • de praktische toepassing van het voorgestelde artikel 7c (het artikel dat het mogelijk maakt om de gegevens die zijn verkregen in het kader van de Wmo ook te verwerken in het kader van de wet schuldhulpverlening); en op
  • de vraag waarom voor de verwerking van de gegevens die het college heeft verkregen in de uitvoering van de WMO 2015, Jeugdwet en Participatiewet, geen uitdrukkelijke toestemming van betrokkene vereist is.

 

Tot slot vraagt de AP aandacht voor de verwerking van het BSN door verschillende partijen en voor de terugkoppeling van de gemeente richting schuldeisers.

Stand van zaken

Het wetsvoorstel bevindt zich nog steeds in de voorbereidende fase. De Raad van State wordt eerst nog om advies gevraagd voordat het wetsvoorstel voorgelegd wordt aan de Tweede Kamer. Op dat moment wordt duidelijk of de staatssecretaris het advies van de AP volgt.