Als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zijn alle geldende bestemmingsplannen onderdeel geworden van het (tijdelijk deel van het) omgevingsplan. Voor alle bestemmingsplannen die zijn vastgesteld op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en die nog niet onherroepelijk zijn, voorziet artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet (Iw Ow) in overgangsrecht. Op deze plannen blijft – kort gezegd – het oude recht zoals dat gold voor 1 januari 2024 van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.

Voor bestemmingsplannen waartegen beroep is ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) geldt dat zij onherroepelijk zullen worden na een einduitspraak van de Afdeling op het ingediende beroep. In het geval de Afdeling het bestemmingsplan vernietigt, zal de gemeenteraad een nieuw besluit moeten nemen over de vaststelling van het plan. In een uitspraak van 27 maart 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1174) heeft de Afdeling uiteengezet welk recht (Omgevingswet of Wro) van toepassing is op dat nieuw te nemen besluit. Ook heeft de Afdeling aan de hand van de uitspraak een stroomschema opgesteld. Uit de uitspraak van de Afdeling volgt dat dit schema ook kan worden toegepast op besluiten tot vaststelling van wijzigings-, uitwerkings- inpassings- en exploitatieplannen en in de situatie waarin alleen één plandeel of meerdere plandelen worden vernietigd.

 

De beantwoording van de vraag welk recht na 1 januari 2024 van toepassing is op een nieuw te nemen besluit over een ruimtelijk plan, komt in het kort op het volgende neer.

 

Nieuwe besluiten op grond van artikel 6:19 en artikel 8:51a van de Awb

Voor nieuwe besluiten naar aanleiding van een tussenuitspraak en voor zogeheten 6:19-besluiten is de lijn van de Afdeling eenvoudig: voor deze besluiten blijft het oude recht op grond van de Wro van toepassing. Dit volgt volgens de Afdeling uit artikel 4.6, derde lid Iw Ow: het oude recht blijft van toepassing op een beroep tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan tot dit besluit onherroepelijk is. Omdat het bestemmingsplan bij een 6:19-besluit in een lopende beroepsprocedure nog niet onherroepelijk is, geldt het oude recht ook voor het 6:19-besluit. Ditzelfde geldt voor een besluit na toepassing van een bestuurlijke lus (als gevolg van een tussenuitspraak) als bedoeld in artikel 8:51a van de Awb.

 

Nieuw besluit na einduitspraak

Voor nieuw te nemen besluiten naar aanleiding van een einduitspraak van de Afdeling, is het toepasselijke recht minder eenvoudig vast te stellen. In dat geval moet de raad, voor de beantwoording van de vraag welk recht van toepassing is, drie zaken nagaan.

  1. In de eerste plaats moet worden nagegaan of het vernietigde bestemmingsplan na vaststelling (op enig moment) volledig in werking is getreden. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, dan is de Omgevingswet van toepassing op het nieuw te namen besluit na de einduitspraak. Als het plan in het geheel nooit in werking is getreden (als gevolg van een toegewezen verzoek om voorlopige voorziening binnen de beroepstermijn), dan is de Wro van toepassing op het nieuwe besluit, mits het nieuw te nemen besluit niet voorziet in de vaststelling van een wezenlijk ander plan.
  2. In de gevallen waarin het bestemmingsplan als gevolg van een toegewezen verzoek om voorlopige voorziening binnen de beroepstermijn slechts gedeeltelijk in werking is getreden (de schorsing ziet in dat geval op enkele plandelen), moet worden nagegaan welke onderdelen van het plan met de einduitspraak zijn vernietigd. Indien de Afdeling met de einduitspraak plandelen vernietigd die in werking zijn getreden (bijvoorbeeld in geval van vernietiging van het gehele bestemmingsplan), dan is de Omgevingswet van toepassing op het nieuw te nemen besluit.
  3. In geval enkel de geschorste (niet in werking getreden) plandelen worden vernietigd, moet bij het nieuw te nemen besluit worden nagegaan of het nieuwe besluit wezenlijk afwijkt van het eerdere besluit. Wordt met het nieuwe besluit geen wezenlijk ander plan vastgesteld, dan kan de raad terugvallen op het eerder ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan en is de Wro van toepassing. De Omgevingswet is van toepassing op een nieuw besluit dat wel wezenlijk afwijkt van het eerder ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan.

 

Vragenboom

Aan de hand van onderstaande vragenboom kan eenvoudig worden nagegaan of op een nieuw te nemen besluit de Omgevingswet of de Wro van toepassing is.

 

Vragenboom Toepasselijk Recht