Kan de gemeente op grond van berichtgeving van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut worden gehouden tot het nemen van preventieve maatregelen tegen voorspelde gladheid? De rechtbank Noord-Holland beantwoordde deze vraag ontkennend in haar uitspraak van 11 januari 2023 (ECLI:NL:RBNHO:2023:193).

Casus

De feiten en omstandigheden van dit geval speelden zich af in de ochtend van 10 januari 2022. Verzoekster reed op dat moment op haar fiets van haar huis naar het desbetreffende NS-station. Op een gegeven moment komt zij aan bij een kruispunt en brengt aldaar haar fiets tot stilstand. Toen zij weer op haar fiets wilde stappen om haar weg te vervolgen, is zij ten val gekomen en heeft daarbij ernstig letsel opgelopen.

 

Het KNMI heeft in de avond ervoor een bericht gepubliceerd waarin zij heeft aangegeven dat het kouder zou worden dan in eerste instantie was voorspeld. Tevens heeft zij daarbij gewaarschuwd voor lokale gladheid door bevriezing van natte weggedeelten. Het KNMI sluit vervolgens haar bericht af met een advies: ‘De situatie leent zich uitstekend voor een preventieve strooiactie in de avond.

Standpunt partijen

Verzoekster verwijt de gemeente in onderhavig geval dat zij niet, althans niet tijdig, heeft gestrooid. Aangezien onder meer het KNMI had gewaarschuwd voor gladheid en daarbij het advies had gegeven om preventief te strooien, heeft de gemeente door dit na te laten haar zorgplicht geschonden. Zij heeft hiermee immers niet conform haar eigen gladheidsbestrijdingsplan gehandeld. In dit gladheidsbestrijdingsplan staat volgens verzoekster opgenomen dat de gemeente redelijkerwijs al het mogelijke moet doen om de gladheid te bestrijden.

 

De gemeente betwist in deze procedure dat er sprake is van een schending van de zorgplicht aan haar zijde.

Gemeente heeft haar zorgplicht niet geschonden

De rechtbank stelt voorop dat op de gemeente de plicht rust om ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in gevaar brengt. Ter voorkoming hiervan heeft de gemeente een gladheidsbestrijdingsplan, waarin staat beschreven wat zij dient te doen om gladheid te bestrijden.

 

Gelet op de beschikbare weersinformatie heeft de gemeente in dit specifieke geval voldoende aangetoond dat zij al het nodige heeft gedaan om de weerssituatie te monitoren en de gladheid te bestrijden toen die zich in de gemeente voordeed, aldus de rechtbank. De gemeente heeft immers lokale temperatuurmetingen verricht waaruit geen noodzaak tot (preventief) strooien bleek. Ook heeft de gladheidcoördinator op verschillende plaatsen zelf vastgesteld dat er (nog) geen sprake was van gladheid en was de wegdekconditie op zijn slechts te kwalificeren als ‘nat’.

 

De rechtbank is daarmee van oordeel dat de gemeente geen onbegrijpelijke beslissing heeft genomen door niet (preventief) te strooien.

Geen resultaatsverplichting

De rechtbank sluit haar oordeel af door te verwijzen naar het feit dat op de gemeente een inspanningsverplichting rust en geen resultaatsverplichting. Dat achteraf bezien mogelijk andere keuzes hadden kunnen worden gemaakt is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van een schending van de zorgplicht.