De gevolgen van het coronavirus zijn immens, zoveel is inmiddels wel duidelijk. Het is de verwachting dat het aantal faillissementen explosief zal stijgen.

De insolventiepraktijk vraagt om versnelde doorvoering van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Vergeten we de surseance van betaling niet?

De surseance

De surseance is een tijdelijke maatregel die niet op vereffening is gericht. De surseance leidt tot uitstel van betaling van concurrente schulden, waardoor de schuldenaar de kans krijgt orde op zaken te stellen. De surseance van betaling is gericht op het kunnen aanbieden van een akkoord.

Dat akkoord is vormvrij. De wet stelt geen eisen aan de inhoud van het akkoord. Een aangeboden akkoord mag echter niet tot grote onbillijkheid leiden.

De surseance van betaling is vaak het voorportaal van faillissement. Hoe kan dat?

  • Omdat de surseance vaak veel te laat wordt aangevraagd, zonder een plan voor de duur van de surseance zelf en/of een conceptakkoord.
  • Omdat de surseance niet werkt ten aanzien van preferente crediteuren en zekerheidscrediteuren (bijv. Belastingdienst en bank).
  • Omdat in faillissement “makkelijker” van personeel af kan worden gekomen.
  • De surseance “creëert” contractuele opzeggingsgronden.
  • Bewindvoerders zijn vaak beroepscuratoren die gericht zijn op vereffening.

De genoemde punten zouden met een beetje goede wil onder de huidige omstandigheden op te lossen moeten zijn:

  • Bereid een mogelijke surseance zo tijdig mogelijk voor. Maak een begroting voor de surseanceperiode en bereidt het akkoord voor (eventueel in overleg met de preferente crediteuren).
  • De Belastingdienst en de banken hebben reeds op verschillende vlakken aangegeven mee te willen werken aan uitstel en verlichting van de liquiditeitskrapte die ontstaat als gevolg van de coronacrisis. Als dat onvoldoende blijkt te zijn en het daadwerkelijk aankomt op “pijn verdelen”, mag van de Belastingdienst en bank in het kader van een surseance ook hun medewerking worden verwacht.
  • Ook in de surseance kunnen arbeidsovereenkomsten met 6 weken worden opgezegd. Voor het overige geldt het “gewone” arbeidsrecht, dus toestemming UWV of kantonrechter is nodig. Bij surseance heeft de werknemer echter geen recht op een transitievergoeding. In onze ogen is een eventuele vordering van het UWV in verband met achteraf ten onrechte verstrekte NOW-gelden een concurrente vordering.
  • Ook met de contractspartijen die zich op een opzeggingsgrond beroepen als gevolg van de surseance dient overleg plaats te vinden. De wijze waarop schuldeisers en schuldenaren zich op dit moment met elkaar verstaan, geeft aanleiding te veronderstellen dat ook hier oplossingen voor gevonden kunnen worden.

Conclusie

Schrijf de surseance niet te snel af! Het is een met de nodige waarborgen omgeven (gerechtelijke) procedure die tot schuldsanering kan leiden.