De bedrijfspanden van een verzekerde gaan in vlammen op. De verzekeraar weigert tot uitkering over te gaan, omdat de verzekerde zijn schade zou hebben onderbouwd met niet-originele facturen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gaat in het arrest van 30 mei jl. (ECLI:NL:GHARL:2023:4573) in op de vraag of sprake is van verzekeringsfraude. Heeft de verzekerde met het indienen van de facturen de bedoeling gehad om de verzekeraar te misleiden?

Waar ging het in deze zaak om?

Verzekerde exploiteerde een groothandel in onder meer gebruikte tractoren, landbouwmachines en veestallen. De loodsen (waarin de handelsvoorraad werd opgeslagen) en de bedrijfsinventaris waren sinds 2007 verzekerd bij OVZ (nu: TVM). Op 21 april 2008 zijn de opstallen van verzekerde door brand verwoest, hetgeen gedekt was onder de bij OVZ afgesloten verzekering.

 

Ter vaststelling van de schade liet de schade-expert van OVZ weten inzage in de inkoop van de beschadigde handelswaarde te willen krijgen. Verzekerde heeft daarop een lijst met 26 voertuigen aan de expert overhandigd. Vervolgens heeft de expert zes van de overgelegde voertuigen geselecteerd voor een steekproef. De schade-expert wenste de inkoopadministratie van deze objecten te ontvangen, zodat de schadeopgave van verzekerde kon worden gecontroleerd.

Onderzoek door de politie

In de tussentijd had ook de politie onderzoek naar de brand verricht. Zij heeft in dat kader telefoongesprekken van verzekerde opgenomen. Uit de afgetapte gesprekken is gebleken dat verzekerde anderen opdracht gaf om inkoopfacturen te wijzigen “ten behoeve van de verzekering”. Reden daarvoor zou zijn dat OVZ niet uitkeerde zoals verzekerde wenste. OVZ vergoedde slechts de inkoopwaarde, daar waar verzekerde de verkoopwaarde vergoed had willen zien.

 

OVZ heeft kennisgenomen van de tapgesprekken en aangifte van valsheid in geschrifte gedaan. In het politieverhoor heeft verzekerde verklaard dat hij de facturen heeft gewijzigd omdat hij niet alle gemaakte kosten boven tafel kon krijgen. Hij heeft daarbij aangegeven dat de bedragen niet zijn veranderd: alleen de gekochte voorraad zou zijn aangepast. Wel heeft verzekerde toegeven opzettelijk onjuiste gegevens aan OVZ te hebben verschaft. Hij zou echter geen andere uitweg hebben gezien om zijn schade vergoed te krijgen. OVZ zou graag alles op papier willen hebben, maar daarover beschikte verzekerde niet (meer).

Strafrechtelijke veroordeling voor valse factuur

Verzekerde is strafrechtelijk veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren wegens het opzettelijk gebruikmaken van een valse factuur. De schade-expert van OVZ heeft aangegeven niet te kunnen vaststellen wat de gevolgen van de onjuiste schadeopgave zijn. Hij schatte echter in dat de schadebedragen te hoog zijn opgegeven. OVZ heeft verzekerde meegedeeld dat er sprake is van het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens, met als gevolg dat het recht op uitkering is komen te vervallen.

De civiele procedure

In eerste aanleg vorderde verzekerde van OVZ een bedrag van ongeveer € 500.000,00 voor opstalschade en schade aan de inventaris en handelsvoorraad. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen en geoordeeld dat OVZ met een beroep op artikel 7:941 lid 5 BW niet gehouden was om tot uitkering over te gaan. Tegen dat oordeel komt verzekerde in hoger beroep.

Schending mededelingsplicht

Het hof zet uiteen dat de verzekerde verplicht is om alle informatie te verschaffen die voor de verzekeraar van belang is om zijn uitkeringsplicht te beoordelen. Als de verzekerde deze mededelingsplicht niet nakomt, vervalt het recht op uitkering. Daarvoor is dan wel vereist dat de schending van de mededelingsplicht voortkomt uit een opzettelijke misleiding van de verzekeraar. In dat kader moet worden onderzocht of verzekerde de bedoeling heeft gehad de verzekeraar te bewegen tot het doen van een uitkering, die hij zonder de schending van de mededelingsplicht niet zou hebben gedaan.

 

Verzekerde erkent dat hij valse facturen heeft ingediend. Volgens verzekerde betekent dat echter niet dat hij onjuiste gegevens aan OVZ heeft verstrekt. Daarvan zou alleen sprake zijn als wordt vastgesteld dat hij de trekkers in werkelijkheid voor een lager bedrag heeft ingekocht.

 

Deze stelling wordt niet door het hof gevolgd. Het hof overweegt dat de valsheid van de ingediende facturen bestaat uit het feit dat zij niet origineel zijn. Vast is komen te staan dat verzekerde niet-authentieke facturen heeft overgelegd aan OVZ, zonder daarbij te vermelden dat het geen originele versie betreft. Het hof oordeelt dan ook dat verzekerde OVZ niet naar behoren heeft geïnformeerd, zodat sprake is van een schending van de mededelingsplicht.

Opzettelijke misleiding

Vervolgens gaat het hof in op het vereiste van opzettelijke misleiding. Het hof stelt dat daarvan sprake is, nu in de afgetapte telefoongesprekken naar voren is gekomen dat verzekerde de verkoopwaarde vergoed heeft willen zien. Deze verklaring staat haaks op de stelling van verzekerde dat hij de facturen slechts heeft laten aanpassen om ze kloppend te maken. Het hof hecht met name waarde aan de afgetapte verklaring, omdat verzekerde zich toen duidelijk heeft uitgelaten over zijn motief. Bovendien is dat motief geuit op een moment waarop verzekerde niet wist dat hij werd afgeluisterd. In dat verband gaat het hof ervan uit dat verzekerde wel degelijk de bedoeling had om OVZ te bewegen tot het doen van een hogere schade-uitkering.

Conclusie: verzekeringsfraude

Op grond van het voorgaande oordeelt het hof dat verzekerde zich schuldig heeft gemaakt aan verzekeringsfraude. Verzekerde heeft niet alleen het in hem te stellen vertrouwen, maar ook het materieel belang van OVZ geschonden. OVZ heeft daarmee op terechte gronden uitkering onder de verzekeringsovereenkomst geweigerd.

 

Het hof benadrukt dat niet doorslaggevend is of de verstrekte, onjuiste informatie wel of niet overeenkomt met de werkelijke schade. Een verzekeraar moet erop kunnen vertrouwen dat de verzekerde juiste en zo volledig mogelijke informatie verstrekt. In dat verband gaat het er dus om dat een verzekerde haar ook inlicht over de authenticiteit van die aangeleverde stukken. En daarvan is in dit geval geen sprake geweest.