Wetsvoorstel WAB is aangenomen door Tweede kamer; geen langere proeftijd, wijziging regeling seizoensarbeid en geen hogere ww-premie voor studenten.

Over het door minister Koolmees op 7 november 2018 ingediende wetsvoorstel WAB informeerden wij u al eerder. Op 8 november 2018 zetten wij de belangrijkste wijzigingen waarin de WAB voorziet, voor u op een rij.

 

Het wetsvoorstel is op 5 februari 2019 door de Tweede Kamer aangenomen. Daarbij is een aantal wijzigingen doorgevoerd.

Langere proeftijd van de baan

Zo is de voorgestelde verruiming van de proeftijd van twee naar vijf maanden (mits de werkgever direct een contract voor onbepaalde tijd zou aanbieden), van de baan.

Het voorstel de proeftijd te verruimen is volgens een meerderheid van de kamerleden onvoldoende onderbouwd. Niet duidelijk was wie behoefte hadden aan zo’n verlenging en welke knelpunten daarmee zouden worden opgelost. Daarnaast was de vrees dat zo’n lange proeftijd arbeidsmobiliteit tegen zou gaan doordat juist werknemers minder snel geneigd zouden zijn een contract voor onbepaalde tijd aan te gaan. Ook werd de kans op misbruik groot geacht.

Seizoensarbeid

De WAB kent strengere regels voor oproep contracten, bijvoorbeeld als het gaat om de oproeptermijn, de termijn waarop een oproep kan worden afgezegd, de verplichting na een jaar een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden en de doorbetaling van loon.

 

De Tweede Kamer heeft er op 5 februari 2019 mee ingestemd die regels niet te laten gelden voor functies die als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend door dezelfde werknemer. Dat dient dan bij cao te worden geregeld. Deze wijziging komt tegemoet aan de bezwaren van met name de land- en tuinbouwsector. Zo blijft de flexibele arbeid waarop zij vaak zijn aangewezen, werkbaar en betaalbaar.

Studenten jonger dan 21 jaar

De WAB voorziet in een hogere WW-premie voor tijdelijke dienstverbanden. De Tweede Kamer heeft er nu mee ingestemd dat voor studenten die jonger zijn dan 21 jaar en die gemeten over een loonbetalingsperiode gemiddeld niet meer hebben gewerkt dan 12 uur per week, een uitzondering geldt. Voor die werknemers geldt de hogere WW-premie niet. Die studenten zullen namelijk niet instromen in de WW, zo is de verwachting.

Vervolg?

Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer. De bedoeling blijft de wet met ingang van 1 januari 2020 in werking te laten treden.