De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2023:2645) zoekt bij de beoordeling van een openbare selectieprocedure in het kader van het Didam-arrest aansluiting bij de regels van het aanbestedingsrecht.

Wat was er aan de hand?

 De gemeente Rhenen heeft een selectieprocedure georganiseerd, waarvoor zij een verkoopdocument heeft opgesteld. Het proces en de kaders van deze openbare verkoopprocedure zijn hierin beschreven. Inschrijvingen moeten onder meer voldoen aan een aantal als minimumvoorwaarden aangemerkte randvoorwaarden.

 

Het niet, onvolledig of onjuist verstrekken van de gevraagde gegevens leidt tot uitsluiting van de procedure, waarbij het aan de inzender is om duidelijk te maken dat en hoe aan de randvoorwaarden en pluspunten wordt voldaan. De beslissing over diskwalificatie wordt door het college van burgemeester en wethouders genomen, op basis van de beoordeling door de beoordelingscommissie.

 

De gemeente sluit vervolgens één inschrijver uit – De Bunte Vastgoed BV – omdat het plan volgens haar niet aan de voorwaarden in het verkoopdocument voldeed. Nadien gaat de gemeente over tot voorlopige gunning van het object aan een derde. De Bunte laat het hier niet bij zitten en start een kort geding. De Bunte meent dat zij een geldige inschrijving heeft gedaan en dat haar inschrijving bovendien de beste prijs-kwaliteitverhouding had.

Verplichtingen voor overheden samengevat

 De voorzieningenrechter overweegt dat de manier waarop een verkoopprocedure wordt uitgevoerd, moet worden getoetst aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Om gelijke behandeling en gelijke kansen te realiseren aan (potentiële) gegadigden, en willekeur en favoritisme tegen te gaan, zal een verkoopprocedure immers op een zorgvuldige manier moeten plaatsvinden. Uit de motivering van de beslissing zal ook duidelijk moeten blijken hoe tot beslissingen is gekomen, aldus de voorzieningenrechter.

 

Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij de regels van het aanbestedingsrecht. Het aanbestedingsrecht is, waar het gaat om de verkoop van een onroerende zaak door een overheidslichaam, niet van toepassing, maar er zijn wel raakvlakken, aldus de voorzieningenrechter.

Oordeel voorzieningenrechter: motiveringsgebrek                                             

De voorzieningenrechter loopt de zes verschillende door de gemeente gestelde randvoorwaarden langs en concludeert dat de gemeente onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat de inschrijving van De Bunte niet aan de minimumvoorwaarden voldeed. De huidige motivering kan de uitsluiting dus (nog) niet dragen. De gemeente krijgt van de voorzieningenrechter echter wel de kans een nieuw, beter gemotiveerd besluit te nemen. De voorzieningenrechter benadrukt daarbij dat een voldoende zorgvuldige beoordeling alsnog tot een materieel gelijkluidend besluit zal kunnen leiden.

 Slotsom

Motivering van besluitvorming is ook bij openbare selectieprocedures op grond van het Didam-arrest cruciaal. Overheden dienen in dit kader goed na te denken over de toe te passen randvoorwaarden, selectiecriteria, de besluitvorming(sprocedure) en de motivering en formulering daarvan. Bij twijfel kan aansluiting worden gezocht bij de regels uit het aanbestedingsrecht.

Meer informatie?

Heeft u vragen over de toepassing van het Didam-arrest in uw praktijk? Neem dan contact met ons op!