Op 26 mei 2020 heeft de Tweede Kamer de Wet homologatie onderhands akkoord (“WHOA”) met algemene stemmen aangenomen.

De behandeling van het wetsvoorstel was enkele maanden uitgesteld vanwege het coronavirus. In ons eerdere artikel kondigden wij de behandeling al aan en stonden wij al kort stil bij de WHOA.

 

De Tweede Kamer heeft na de parlementaire behandeling een aantal wijzigingen op het wetsvoorstel aangebracht. De belangrijkste wijziging van de Tweede Kamer op het eerdere wetsvoorstel is dat kleinere MKB’ers kunnen verzoeken de homologatie te weigeren indien zij niet ten minste 20% betaald krijgen. Als 20% in een specifiek geval toch teveel blijkt, is reorganisatie via de WHOA nog altijd mogelijk, maar alleen met instemming van de meerderheid binnen deze klasse die minder krijgt dan 20%. In uitzonderingsgevallen kunnen kleinere MKB’ers geen beroep doen op deze 20%-regel. Door deze wijziging worden kleinere MKB’ers beter beschermd. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere wijzigingen doorgevoerd.

 

Het wetsvoorstel zal op 2 juni 2020 worden behandeld door de Eerste Kamer. Het plan is (nog steeds) dat de wet per 1 juli 2020 in werking zal treden. In de praktijk bestond al een sterke behoefte aan een werkbare akkoordregeling buiten faillissement. In verband met het coronavirus is die behoefte alleen maar gestegen. De WHOA biedt namelijk de mogelijkheid aan bedrijven die in financieel zwaar weer verkeren om op effectieve wijze te herstructureren. Als gevolg van het coronavirus zijn levensvatbare en kerngezonde bedrijven in de problemen geraakt. Juist voor deze bedrijven kan het aanbieden van een dwangakkoord effectief zijn. Daarmee kunnen faillissementen worden voorkomen en blijft werkgelegenheid behouden. Juist in de huidige coronacrisis is dat van groot belang voor de economie.

 

Als de behandeling in de Eerste Kamer heeft plaatsgevonden, zullen wij u daarover berichten. Ook zullen wij binnenkort nader ingaan op de inhoud van de (voorgestelde) wettelijke regeling door middel van diverse artikelen.